De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan zal plaatsvinden volgens de artikelen 23 t/m 31 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Het ontwerp-bestemmingsplan is in dit kader ter visie gelegd gedurende een periode van vier weken. Gedurende deze periode zijn zienswijzen kenbaar gemaakt. Dit zou kunnen leiden tot planaanpassingen. Als separate bijlage is een overzicht van de ingebrachte zienswijzen tegen het plan bijgevoegd. In deze bijlage is de strekking van de zienswijze vermeld en is aangeven of de zienswijze aanleiding is geweest tot planaanpassing. Eveneens is de voorgestelde planaanpassing opgenomen.

Het ontwerp-plan wordt al dan niet gewijzigd, ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Het vastgestelde bestemmingsplan zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan gedeputeerde staten van Noord Brabant.

Afwijkend ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan - dat ter visie is gelegd in het kader van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening - zijn naar aanleiding van vooroverleg met het waterschap en de directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving (ROH) van de provincie Noord-Brabant enkele planaanpassingen gedaan. Een overzicht van de vooroverlegreacties is gegeven in paragraaf 8.2 van dit bestemmingsplan. De reacties met nummers 3f, 3h, 3j, 3l, 3n, 3o, A1, A2, C, D1, D2 en D3 hebben geleid tot planaanpassingen in de voorschriften en/of op de plankaart. De reacties met nummers 3a, 3b, 3c, 3e, 3f, 3g, 3h, 3i, 3j, 3k, A1, A2 en B betreffen aanpassingen in toelichtende zin en hebben geleid tot aanpassingen in de toelichting.