1   Algemene beleidskaders

De gemeente Leudal werkt aan een nieuwe structuurvisie. Met het in werking treden van de nieuwe Wro (1 juli 2008) vormt de Structuurvisie een belangrijk gemeentelijk beleidsdocument. Een groene parel met dynamiek, een gemeente waarin het voor iedereen goed wonen, goed leven en goed werken is, nu en in de toekomst; daar zet de gemeente Leudal op in.

Met deze structuurvisie wil de gemeente regie voeren op de ontwikkelingen en processen die voor de toekomst van Leudal van belang zijn. Ontwikkelingen die het goed wonen, leven en werken ondersteunen en verbeteren wil de gemeente kunnen faciliteren en stimuleren. Voor sommige ontwikkelingen zal ze daarbij zelfs initiatiefnemer willen zijn. Voor andere ontwikkelingen is zij ook afhankelijk van initiatieven van derden, zoals ondernemers, woningcorporaties, instellingen, en burgers. Ontwikkelingen die afbreuk doen aan de toekomst van Leudal wil de gemeente waar mogelijk voorkomen.

De structuurvisie blikt vooruit op al deze ontwikkelingen. Welke ontwikkelingen zullen naar verwachting plaatsvinden? En hoe wil de gemeente daarop inspelen?

Gebiedtypering

Leudal is niet alleen een woongemeente, maar ook zeker een agrarische gemeente. De agrarische achtergrond is ook in de kernen nog terug te vinden. Leudal bestaat uit 16 kernen in een fraai buitengebied. De 16 kernen zijn in drie verschillende typen onder te verdelen. Een verdere uitwerking is bij de Gebiedsbeschrijvingen te vinden. 

De centrumkern is Heythuysen. In Heythuysen zijn de meeste voorzieningen gelegen. Daarnaast zijn een aantal autonome woonkernen aanwezig: Haelen, Horn, Roggel, Neer en Ittervoort. De overige kernen zijn agrarische dorpen.

Een aantal overkoepelende beleidsdocumenten liggen aan deze structuurvisie ten grondslag. De belangrijkste zijn de regiovisie 2008-2028, gebiedontwikkeling Midden-Limburg en de gemeentelijke strategische overallvisie 2020 'Leven in Leudal'.

Limburgs Kwaliteitsmenu

Voortkomend uit de POL-aanvulling 'Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering' is het Limburgs Kwaliteitsmenu ontwikkeld. Dit is de opvolger van onder andere het VORm-, Ruimte voor Ruimte, Contouren en BOM+-beleid. Uitgangspunt van het Kwaliteitsmenu is dat ontwikkelingen in het buitengebied mogelijk zijn, mits sprake is van een kwaliteitsverbetering. De kaders van het gemeentelijk kwaliteitsbeleid dienen bij voorkeur opgenomen te worden in de gemeentelijke structuurvisie. 

De gemeente Leudal staat achter de gedachte van het Kwaliteitsmenu. Zij geeft hier in deze Structuurvisie echter wel haar eigen invulling aan, met eigen randvoorwaarden. Een ruimtelijk planologische afweging is het uitgangspunt, alvorens de omgevingskwaliteit (kwaliteitsverbetering) aan de orde komt. 



2   Wonen en woonomgeving

Hoofdlijnen van beleid ten aanzien van woonomgeving en woningaanbod

Het moet voor iedereen fijn wonen zijn in Leudal. Een leefbare en fijne woonomgeving betekent een goede balans tussen woningvoorraad en woningbehoefte. Daarnaast is ook de kwaliteit van de woning en de woonomgeving van groot belang.

De huidige woningmarkt van de gemeente Leudal is voornamelijk gericht op gezinshuishoudens. De gemeente wil zich in de toekomst doornaast ook richten op drie specifieke doelgroepen, te weten zorgbehoevende ouderen, lage inkomensgroepen en overige speciale doelgroepen (zoals gehandicapten). Het huidige woningaanbod biedt voor deze doelgroepen nog onvoldoende wooncarrière. Hierdoor kan de gemeente voor deze doelgroepen te weinig concurrentie bieden met de omliggende gemeenten, zoals Weert en Roermond 

Vanuit de demografische ontwikkeling van de eigen bevolking wordt in de toekomst (vanaf 2027)  een krimp verwacht. Met het oog op de (toekomstige) krimp, zal het aanbod van de woningvoorraad van steeds grotere betekenis worden voor ‘goed wonen in Leudal’.  Van belang is dat ingespeeld wordt op de toekomstige ontwikkelingen, de eisen en wensen ten aanzien van de huidige maatstaven, zodat de eventuele negatieve gevolgen (met name de druk op de leefbaarheid) van krimp zoveel mogelijk beperkt worden. Het beleid van de gemeente is er dan ook op gericht om de bestaande bewoners te behouden en een goede wooncarrière te bieden voor de twee bijzondere doelgroepen.

Hoofdlijn van beleid

Uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van wonen is dat, in het kader van de leefbaarheid, de veranderingen in de aard en omvang van de woningvoorraad niet geënt worden op de kwaniteit van de voorraad, maar op de kwaliteit van de voorraad. Door in te zetten op kwaliteit wil de gemeente een woningvoorraad bieden die bijdraagt aan de sociale binding van mensen met de gemeente, maar die ook afgestemd is en bijdraagt aan de verschillende ruimtelijke karakteristieken van de afzonderlijke kernen en het buitengebied.

Met andere woorden: met een groei van het aantal inwoners alleen wordt de leefbaarheid niet gediend.

Het beleid  voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:


Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier.



2.1   De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor wonen en woonomgeving

Beschikbaarheid van een woning voor alle doelgroepen

Elke inwoner moet in beginsel in staat zijn in de gemeente Leudal een passende woning te vinden. Passend ten aanzien van de aard van de woning, de bereikbaarheid van de noodzakelijke voorzieningen, maar ook ten aanzien van de betaalbaarheid. Binnen de bestaande woningmarkt, en de wijze waarop deze georganiseerd is, is het overgrote deel van de inwoners van de gemeente Leudal in staat daarbij hun eigen keuze te maken.

Voor een aantal doelgroepen ziet de gemeente medeverantwoordelijkheid, omdat zij binnen de mechanismen van de woningmarkt daartoe onvoldoende in staat zijn. De gemeente zal erop toezien dat zowel bij de programmering van nieuwbouwwoningen als bij aanpassingen van de bestaande voorraad ook voor deze meer kwetsbare doelgroepen passende woningen beschikbaar blijven. Door beslissingen door de oude gemeenteraden (van voor de herindeling) zijn de sturingsmogelijkheden voor veel lopende projecten beperkt.

De gemeente Leudal geeft extra aandacht aan de volgende doelgroepen:

  • lage inkomensgroep, waarin onder andere jongeren en starters vallen;
  • zorgbehoevende senioren aan het eind van de wooncurve;
  • overige speciale doelgroepen zoals gehandicapten.

De gemeente heeft hierbij een inspanningsverplichting richting de genoemde doelgroepen, maar geen resultaatsverplichting. Dit is ook niet mogelijk, aangezien de gemeente niet zelf woningen realiseert. Dit wordt door andere partijen (woningcoorporaties, ontwikkelaars e.d.) gedaan.

Aanpassing van de woning aan veranderende wooneisen

De gemeente Leudal is van mening dat het binnen randvoorwaarden mogelijk moet zijn voor de bewoners van de gemeente om de woning en woonomgeving aan te kunnen passen aan veranderende wooneisen. Gedacht kan worden aan het realiseren van aan- of uitbouw en realisatie van bijgebouwen. Door middel van de bouwmogelijkheden in de bestemmingsplannen worden voor de kernen de randvoorwaarden geschapen. Aanpassing van de woning is enkel mogelijk met behoud van kwaliteit. 

Behoud van kwaliteit van de woonomgeving

De gemeente is zelf de eerst verantwoordelijke voor het openbare deel van de fysieke woonomgeving. Dit betekent dat de gemeent een actieve rol heeft in het behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte.

Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving: 

 



2.2   Extra ontwikkelingen op het gebied van wonen en woonomgeving realiseren

Een woningvoorraad die aansluit bij de bevolkingsontwikkeling en doelgroepen

De ontwikkeling van het aantal huishoudens in Leudal wordt bepaald door de samenstelling van de bevolking, maatschappelijke trends, maar vooral door vestiging en vertrek van huishoudens in/uit de gemeente. De gemeente voorziet voor de periode 2010 - 2020 een toename van de woningvoorraad. Opgemerkt dient te worden dat het woningbouwprogramma door de oude raden reeds is vastgesteld. Het aantal plannen overschrijd hiermee al de vraag.

Ontwikkelingen in de woningmarkt moeten de maatschappelijk hoog gewaardeerde woonkwaliteiten van Leudal, veel laagbouw en het dorpse karakter, minimaal behouden en waar mogelijk versterken (wonen in het groen). De gemeente heeft de ambitie om bij nieuwe ontwikkelingen prestatieafspraken met woningcoorporaties te maken zodat de doelgroepen gefaciliteerd kunnen worden.

Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om bij nieuwe projecten een grotere regie op de invulling ervan te hebben. De gemeente wil dat de doorstroom bevorderd wordt en dat er woningen aangeboden worden die interessante groepen (vitale senioren, gezinnen e.d.) verleiden om in Leudal te komen wonen. Mede door de eerder genoemde versterking van de hoog gewaardeerde woonkwaliteiten in Leudal kunnen de voorwaarden worden geschapen deze groepen aan te trekken.

Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving: 



2.3   Benutten van de kansen voor wonen en woonomgeving

De gemeente Leudal wil de kansen, die zich voordoen op de woningmarkt, zo goed mogelijk kunnen benutten. Zij is daarbij ook afhankelijk van initiatieven van marktpartijen (corporaties, commerciële ontwikkelaars, zorginstellingen, e.d.). Die hebben een eigen verantwoordelijkheid en een eigen belang om woningbouwplannen op te stellen. De woningvoorraad van de gemeente Leudal bestaat ongeveer voor 77% uit woningen in de koopsector. Ondanks het grote koopaanbod wil de gemeente in staat zijn op dergelijke initiatieven en plannen een goede regie te voeren, zodat deze plannen kwantitatief en kwalitatief de juiste bijdrage leveren aan goed en zorgeloos wonen in Leudal.

Inspelen op mogelijkheden herijking bestaande woningbouwplannen

Indien door bijvoorbeeld veranderende marktomstandigheden bestaande woningbouwplannen opnieuw tegen het licht worden gehouden, wil de gemeente Leudal de mogelijkheid aangrijpen om de woningbouwplannen te kunnen herijken en af te zetten tegen de volkshuisvestingsdoelen. Dit geldt ook voor de plannen waar nog geen harde afspraken vastliggen (waar bijvoorbeeld enkel een intentieovereenkomst is). Op deze wijze kan de gemeente meer sturing geven aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

Toetsingskader voor woningbouwplannen

De gemeente Leudal zal plannen en initiatieven voor woningbouw en herstructurering / renovatie van de bestaande woningvoorraad beoordelen op de bijdrage aan de kwaliteiten van de woonbuurten en de kern, waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. Daarnaast worden initiatieven en plannen beoordeeld op de bijdrage aan het vergroten en versterken van de woningvoorraad voor de kwetsbare doelgroepen. Flexibel en levensloopbestendig bouwen  geniet hierbij de voorkeur aangezien op deze wijze (op termijn) meerdere doelgroepen kunnen worden bediend.

Als criteria hanteert de gemeente:

  • de bijdrage aan de gewenste diversiteit van de opbouw van de woningvoorraad in de dorpen;
  • de bijdrage aan de gewenste verhuisdynamiek (doorstroming) in de dorpen;
  • de bijdrage aan gewenste stimulering van belangrijke doelgroepen;
  • de bijdrage aan de ruimtelijke karakteristiek en omgevingskwaliteit van de dorpen;
  • de duurzaamheid van de ontwikkeling;
  • de verhouding bebouwing en openbare ruimte (recreatie, spelen, groene ruimte) 
  • voor uitbreiding van woningen binnen de bebouwde kom hanteert de gemeente op bestemmingsplanniveau de uitgangspunten zoals verwoord in de bijlagen van de 'Beleidsnotite wonen'.

Toetsingskader voor uitbreiding woonfunctie buitengebied 

De gemeente Leudal zal aan plannen en initiatieven voor uitbreiding van de woonfunctie in het buitengebied alleen medewerking verlenen indien het een verbouwing of herontwikkeling van een bestaande gebouwde locatie betreft. De gemeente zal daarbij maximale flexibiliteit hanteren in situaties waar het tijdelijke mantelzorg betreft. Alle initiatieven zullen daarnaast worden beoordeeld op de bijdrage aan de kwaliteiten van het buitengebied en de omgevingskwaliteiten, waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. De gemeente stelt hierbij de volgende eisen:

  • Uitbreiding van de woning tot 750 m3 is mogelijk;
  • Indien sprake is van inpandifge verbouwing is uitbreiding tot 1000 m3 mogelijk
  • Indien de inhoud van de woning groter wordt dan 650 m3 is een tegenprestatie noodzaklijk door een bijdrage te leveren aan de verbetering van de omgevingskwaliteiten. Dit kan door bijvoorbeeld sloop van oude gebouwen, natuurontwikkeling of erfbeplanting;
  • Toename van bijgebouwen is enkel mogelijk na sloop van bestaande bijgebouwen en wanneer deze bijgebouwen landschappelijk worden ingepast.

Toetsingskader huisvesting van seizoensarbeiders

In de gemeente Leudal is de agrarische sector goed vertegenwoordigd. Een van de gevolgen hiervan is, dat een groot aantal seizoensarbeiders in de gemeente actief zijn. Deze seizoensarbeiders worden via de private sector gehuisvest. Om te waarborgen dat de leefomstandigheden voor gebruikers van de huisvesting van een acceptabel niveau zijn, hun veiligheid voldoende is gewaarborgd en de gekozen huisvestingsvorm niet ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving heeft de gemeente een toetsingskader opgesteld. Huisvesting van seizoensarbeiders is enkel mogelijk indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit het toetsingskader. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie soorten huisvesting:

  • Huisvesting in bestaande woningen: dit is zondermeer mogelijk
  • Huisvesting op recreatieve voorzieningen: Bij het gebruik van recreatieve voorzieningen wordt geen onderscheid gemaakt tussen het bieden van logies voor recreatief gebruik, en tussen het bieden van logies aan seizoenarbeiders. Teneinde de recreatieve verblijfscapaciteit te waarborgen wordt het aantal beschikbare plaatsen dat wordt ingezet voor het bieden van logies aan seizoenarbeiders alsmede het aantal personen, gebonden aan een maximum.
  • Huisvesting op het agrarisch bedrijf: huisvesting van seizoensarbeiders op het agrarisch bedrijf is mogelijk mits de huisvesting plaatsvindt binnen de bestaande bedrijfsgebouwen of in woonunits/stacaravans binnen het bouwblok. Er worden wel voorwaarden aan de lengte van het verblijf en het aantal seizoensarbeiders gesteld. Bovendien dienen de woonunits e.d. landsachappelijk ingepast te worden.

Voor een verdere uitwerking van het beleid wordt verwezen naar de 'Beleidsnota huisvesting seizoensarbeiders'.

Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving: 



2.4   Bedreigingen voor wonen en woonomgeving voorkomen

De toekomst van wonen en woonomgeving wordt niet alleen bepaald door de woning en de fysieke woonomgeving, maar ook door sociaal-maatschappelijke kwaliteiten. Initiatieven die de basisverantwoordelijkheid ten aanzien van het doelgroepenbeleid van de gemeente willen verstoren zal de gemeente willen voorkomen.

Daarnaast kan ook de toekomstige krimp leiden tot verloedering van woning en woonomgeving.

Ontwikkeling in de kwaliteit van de woningen
De kwaliteit van de woning is primair een verantwoordelijkheid van de eigenaar. De gemeente zal hierin alleen actief optreden indien een zodanig kwaliteitsverlies gaat optreden (denk aan negatieve eye-catchers) dat dit doorwerking heeft naar de algehele kwaliteit van de woonomgeving en daarover vanuit de maatschappij heldere signalen worden afgegeven.

De in de toekomst verwachte krimp van de bevolking en huishoudens kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van woningen en woonomgeving. Door te sturen op het woningaanbod (met name voor de doelgroepen) kan voorkomen worden dat er een onevenwichtige woningvoorraad ontstaat die vatbaar is voor verloedering als gevolg van de krimp.

Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving: 



3   Welzijn en voorzieningen

Beleid ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven

De gemeente Leudal streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van de leefomgeving. Een goed en integraal aanbod aan voorzieningen draagt hier aan bij. In de huidige situatie zijn kleinschalige voorzieningen in de meeste kernen aanwezig; de grootschalige voorzieningen zijn veelal geconcentreerd gelegen in de grootste kernen van de gemeente. De gemeente wil de leefbaarheid in de kernen up-to-date houden en bevorderen. Dit is gediend met een zo effectief mogelijke inzet van middelen, waaronder accommodaties. Er wordt echter niet geforceerd vastgehouden aan het overeind houden van voorzieningen in alle kernen.

Kenmerkend voor de gemeente Leudal is de grote hoeveelheid aan kernen, in totaal zestien, en haar omvangrijke buitengebied. De voorzieningen in de kleinste kernen staan onder druk. Door het wegvallen van draagvlak in de toekomst is het onmogelijk te garanderen dat alle kernen in de toekomst over al deze voorzieningen kunnen blijven beschikken.

Hoofdlijn van beleid

Omdat een toereikend aanbod aan voorzieningen niet in alle kernen meer te behouden is, zet de gemeente Leudal in op het realiseren van een duidelijke hiërarchie tussen de kernen om de voorzieningen wél bereikbaar en toegankelijk te houden. Als de “voorzieningen niet meer naar de mensen gebracht kunnen worden”, wordt er ingezet op de vraag “hoe de mensen naar de voorzieningen kunnen worden gebracht.”

De centrumkern wordt Heythuysen met een aanbod van de meest kostbare gemeenschapsvoorzieningen. Daarnaast worden ook de meeste commerciële voorzieningen hier geclusterd. In een aantal autonome kernen, te weten Horn, Haelen, Neer, Roggel en Ittervoort, wordt de nadruk gelegd op het behouden van dagelijkse voorzieningen. De overige kernen zijn de “woondorpen”, waar het accent ligt op de ontmoetingsfunctie voor bewoners.

Karakteristiek voor de plattelandsgemeenschap van Leudal is ook de grote mate van sociale cohesie, de gemeente wil hier optimaal gebruik van maken én faciliteren.

Hoofdlijn van beleid

Eigen initiatief vanuit de bevolking wordt gestimuleerd; de gemeente Leudal wil zoveel mogelijk de kansen benutten die zij krijgt aangereikt. Door eigen initiatief te stimuleren wil de gemeente de gemeenschapsvorming, de persoonlijke- en sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid van haar inwoners bevorderen.

Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.



3.1   De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor welzijn en voorzieningen

Doel van het basisvoorzieningenbeleid
Mensen vinden in levendige dorpen alles om zich te (blijven) ontplooien. Zonder mensen geen dorp. Om in de kernen van Leudal goed te kunnen wonen en leven is een sociaal-ruimtelijke structuur, die zowel kansen biedt voor ontplooiing en burgerschap als een vangnet voor mensen die om welke reden dan ook buiten de maatschappij dreigen te vallen, essentieel. Dat vergt ruimte, zowel binnen de kernen als een keuze in aanbod tussen de kernen. Kortom: ruimte op plekken die er toe doen. Alleen zo raken voorzieningen ingebed in een gebied en alleen zo krijgen deze voorzieningen betekenis voor de inwoners van Leudal.

Basistaakstelling
De basisvoorzieningen waarvoor de gemeente een (wettelijke) taak heeft voor haar grondgebied en jegens haar inwoners zijn:

  • Onderwijs- en onderwijsgerelateerde voorzieningen
    - Primair onderwijs, inclusief bewegingsonderwijs en kinderopvang
  • Maatschappelijke voorzieningen
    - WMO servicepunten
    - Ontmoetingsruimtes
    - Jeugdwerk
    - Bibliotheek

Algemene beleidsuitgangspunten
Naarmate de druk op de schaarse ruimte toeneemt en de bevolkingskrimp zich in Leudal meer laat gelden, vergt het overeind houden en inbedden van deze voorzieningen in de kernen een steeds grotere inspanning. Meervoudig gebruik van voorzieningen wordt eerder regel dan uitzondering, maar er is nog een grote slag te maken. Gezien de constante vernieuwing in het sociale domein is flexibiliteit naar de toekomst bij deze voorzieningen van essentieel belang.

Aan deze flexibiliteit worden de volgende voorwaarden voor beleid gesteld:

  • Garantie van minimaal één ontmoetingsplaats per kern
  • Voorzieningen van particulieren / instellingen maken nadrukkelijk deel uit van het totale voorzieningenpatroon
  • Er wordt maatwerk geboden per verzorgingsgebied; dit betekent behalve ‘de ontmoetingsplaats per kern’:
    - zorg voor een aanbod van voorzieningen dat nadrukkelijk kernoverstijgend is
    - zorg dat het blikveld – zowel in het voorzien in een aanbod als het afzien van een aanbod – op onderdelen de gemeentegrenzen zal overstijgen
  • Multifunctioneel gebruik is een randvoorwaarde voor het maatwerk per verzorgingsgebied

Het is vanzelfsprekend niet reëel om te verwachten dat nooit en op geen enkele wijze moet worden afgeweken van bovengenoemde garantie. Dit dient echter nadrukkelijk de bekende uitzondering op de regel te zijn. Overwegingen die aan een dergelijke uitzondering ten grondslag kunnen liggen betreffen met name het ontbreken van een aantoonbaar breed gedragen initiatief en spankracht vanuit de lokale gemeenschap, een te minimale bezetting van de voorziening en een te zeer verliesgevende exploitatie.

 Daarnaast gelden de volgende randvoorwaarden:

  • Clustering van voorzieningen moet een duidelijke meerwaarde hebben, de synergiewaarde is bij voorkeur zo hoog mogelijk
  • Al te grote bouwmassa’s als gevolg van clustering worden niet nagestreefd, het dorpse karakter moet behouden blijven
  • De mogelijke invulling van leegkomende locaties moet een meerwaarde hebben voor de omgeving of de opbrengsten van de nieuwe bebouwing van de locatie moeten ten goede komen aan de nieuwe locatie van de voorziening
  • Er is specifieke aandacht voor de behoeften van kwetsbare groepen

Voor het overige beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.1.1   Primair onderwijs

Ruimtelijke mechanismen
Door een proces van ontgroening van de bevolking, dat reeds is ingezet, is er in de toekomst voor een beperkter aantal groepen schoolruimte benodigd. Bij ongewijzigd beleid zal er dan sprake zijn van leegstand. Een aantal basisscholen, met name in de kleinste kernen, dreigt in de toekomst structureel onder de opheffingsnorm te komen. In het basisonderwijs is daarnaast de trend zichtbaar van meer aandacht voor bewegen en sporten. Een andere ontwikkeling is dat schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van buitenschoolse opvang.

Beleidsuitgangspunten
Een optimale spreiding van basisscholen in de gemeente Leudal staat ten dienste van het lokale onderwijsbeleid. De hoofddoelen van het onderwijsbeleid zijn:

  • Realiseren van doorgaande leerlijnen voor de jeugd van 0 tot 12 jaar
  • Verminderen aantal verplaatsingen voor werkende ouders om hun kinderen onder te brengen bij (onderwijs)activiteiten
  • Faciliteren van een goed en bereikbaar onderwijsaanbod
  • Streven naar unilocaties van basisscholen

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, en zodoende een duurzaam voorzieningenpatroon te realiseren, zal de gemeente Leudal optimaal anticiperen op de ruimtelijke mechanismen. Dit heeft de volgende ingrepen tot gevolg:

  • De realisatie van Brede Scholen wordt gestimuleerd; bij voorkeur worden alle voorzieningen voor de jeugd (consultatiebureau, peuterspeelzaal, kinderopvang, BSO, jeugdwerk, bibliotheek) geïntegreerd op basis van multifunctioneel ruimtegebruik
  • Basisscholen worden standaard gebouwd met een gymzaal; vergroting tot een sporthal wordt waar mogelijk nagestreefd in verband met medegebruik voor de gemeenschap
  • Voor het oplossen van knelpunten in de huisvesting wordt in principe eerst gekeken naar huisvestingsmogelijkheden bij andere scholen en de spreiding van de gebouwen over de gemeente; bij de spreiding zal rekening worden gehouden met de centraliteit ten opzichte van het voedingsgebied
  • Wettelijk verplichte onderwijsvoorzieningen realiseren op basis van leerlingen-prognoses uit het Integraal Huisvestingsplan (IHP); bij een grote verwachte daling van het aantal leerlingen wordt de nieuwbouw met opzet te klein uitgevoerd (er vindt dan een overbruggingsperiode met noodhuisvesting plaats)

Effectuering
De gemeente Leudal biedt zelf geen onderwijs aan. Om de ruimtelijke weerslag te realiseren zal de gemeente:

  • Middelen doordecentraliseren
  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbinnen onderwijshuisvesting, ook in de toekomst, kan worden ontwikkeld
  • Naast het OOGO extra tijd investeren in bilaterale overleggen met schoolbesturen

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.1.2   Bibliotheek

Ruimtelijke mechanismen
De kleinste bibliotheken blijken niet in staat zelfstandig invulling te geven aan de geformuleerde provinciale en nationale prestatie-eisen. Daarom gaan bibliotheken fusies aan om een bepaalde schaalgrootte te bereiken die hiervoor nodig is. Bibliotheken verworden, door de opkomst van de digitale informatiewereld, meer tot informatie-makelaars (in een breed netwerk) die niet meer overal fysiek aanwezig behoeven te zijn.

Beleidsuitgangspunten
Het bibliotheekbeleid wordt regionaal vormgegeven, samen met de gemeenten Nederweert, Weert en Maasgouw. Voor de bibliotheek ligt een grote uitdaging in het cultureel ondernemen, waarmee de bibliotheek haar positie versterkt en minder afhankelijk wordt van gemeentelijke subsidie.

Ruimtelijke weerslag
Om een spreiding te realiseren die uitgaat van de vernieuwde prestatie-eisen zal de gemeente Leudal inzetten op het verminderen van het aantal bibliotheekvestingen. De gemeente Leudal onderkent wel de maatschappelijke waarde van de bibliotheek en opteert voor verschillende alternatieven, zoals: een boekenautomaat in een kern, steunpunten bij scholen (Brede School) of zorginstellingen, een bibliobus, een ophaal- en inleverpunt of vervoer van leners.

Effectuering
De gemeente Leudal biedt zelf geen bibliotheken aan. Om de ruimtelijke weerslag te realiseren zal de gemeente:

  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbinnen de nieuwe spreiding kan worden vormgegeven

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.1.3   Speelruimte

Ruimtelijke mechanismen
De komende decennia zal de bevolkingssamenstelling van Leudal grote veranderingen gaan vertonen. Een proces van ontgroening zorgt er voor dat er minder kinderen zijn en dat de samenstelling van de leeftijdsklassen per kern gaat variëren. Deze trend heeft invloed op de gebruiksduur en –intensiteit van de speelruimtes in de gemeente; deze zullen hierdoor afnemen bij ongewijzigd beleid. Verloedering en inefficiënt ruimtegebruik liggen hierdoor op de loer. Daarnaast zal de hoeveelheid informele speelruimte, die wordt gevormd door bosschages, trottoirs en plantsoenen, als gevolg van verdichting van kernen en een toename van verkeersstromen, verder afnemen. 

Beleidsuitgangspunten
De gemeente onderschrijft het belang van buiten spelen voor kinderen en zal zorg dragen voor voldoende aanbod van veilige speelruimte voor alle kinderen. De gemeente wil het spel van kinderen en het bewegen stimuleren, een gezonde ontwikkeling bevorderen en een zinvolle vrijetijdsbesteding aanbieden. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • Een goede bereikbaarheid van speelruimte; ook voor kinderen met beperkingen, ouderen en zorgbehoevenden 
  • Een grote mate van herkenbaarheid van speelruimte
  • Oog voor levendigheid en toezicht (sociale controle)
  • Een keuze voor een hoge attractiewaarde en kwaliteit
  • Bevorderen van “natuurlijk spelen”
  • Speelruimte voor verschillende leeftijdscategoriën

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, zien wij jongeren als volwaardige medegebruikers van de openbare ruimte. Met recht kan er daarom ruimte worden gereserveerd voor de volgende na te streven ingrepen:

  • Aanleggen van kindvriendelijke routes door kernen naar speelruimtes (trottoirs, oversteekplaatsen, gescheiden fietspaden)
  • Een keuze voor één of enkele speellocaties die centraal in een kern zijn gelegen
  • Clustering van openbare speelruimte met de ruimte van basisscholen, want door dubbelgebruik neemt het draagvlak en toezicht toe (ruimtelijk associëren)
  • Schaalvergroting van de speelruimtes om meer avontuurlijkheid voor kinderen te realiseren
  • Aanleggen van voorzieningen voor ouderen, bijvoorbeeld een groot schaakbord of een jeu-de-boulesbaan.  
  • Clustering van speelruimtes voor de diverse leeftijdscategorieën; door multifunctionele speelruimtes nemen de gebruiksduur, de gebruiksintensiteit en de toekomstwaarde toe (agglomereren)
  • Kleine groengebieden in de nabijheid van kernen worden getransformeerd zodat medegebruik als speelruimte mogelijk is

Effectuering
De gemeente biedt deze speelruimte zelf aan. Voor het creëren van voldoende kwalitatief aanbod van speelruimte zal de gemeente:

  • Structureel budget reserveren op de begroting
  • Bij bouwprojecten speelruimte vroegtijdig als vast onderdeel meenemen in de planning en hieraan ook voldoende budgetten koppelen
  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbinnen speelruimte, ook in de toekomst, kan worden ontwikkeld. Bijvoorbeeld door bij het bepalen van de aard en omvang van openbare ruimte rekening te houden met de mogelijkheid om in de toekomst speelruimte te realiseren.

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.2   Extra ontwikkelingen op het gebied van welzijn en voorzieningen

Doel van het extra voorzieningenbeleid
De gemeente Leudal ziet, naast het uitvoeren van de basisverantwoordelijkheden op het gebied van maatschappelijke voorzieningen, voor zichzelf ook een taak weggelegd ten aanzien van het overige voorzieningenaanbod. De ontplooiing van mensen als individu en het in stand houden van de gemeenschapsbanden per kern is essentieel voor het leefbaar houden van Leudal; de gemeente wil zich hiervoor inzetten door het ondersteunen van extra voorzieningenaanbod.

De ambitie
Om de doelstelling waar te maken richt de gemeente Leudal zich daarbij op de volgende soorten voorzieningen:

  • Culturele voorzieningen

Algemene beleidsuitgangspunten
De gemeente Leudal ziet in beginsel geen uitvoerende rol voor zichzelf weggelegd bij het in stand houden, beheren en exploiteren van de accommodaties. Waar of voor zover daar nog sprake van is zullen deze taken worden overgedragen aan de verenigingen of andere derden. Wat betreft de gemeentelijke accommodaties dient het eigendom hiervan ook overgedragen te worden aan de verenigingen of andere derden, onder nog te formuleren condities. De gemeente Leudal wil wel planologisch ruimte bieden voor de vestigingsmogelijkheden van die accommodaties die bestemd zijn voor inwoners van Leudal.

Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.2.1   Voortgezet onderwijs

Ruimtelijke mechanismen
Door een proces van ontgroening zal er op de langere termijn minder vraag zijn naar middelbaar onderwijs. Daarnaast is een extensivering van het ruimtegebruik zichtbaar in het voortgezet onderwijs, wat zich uit in het aanbieden van zelfstandige werkplekken aan leerlingen en het aanbieden van een studiehuis.

Beleidsuitgangspunten
In de gemeente Leudal zijn er twee scholen voor VMBO, één school voor HAVO en één school voor VWO. De gemeente Leudal wil een goed en bereikbaar onderwijsaanbod faciliteren. De gemeente Leudal wil het huidige aanbod behouden en waar mogelijk versterken.

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, en zodoende een duurzaam voorzieningenpatroon te realiseren, zal de gemeente Leudal optimaal anticiperen op de ruimtelijke mechanismen. Dit heeft de volgende ingrepen tot gevolg:

  • Behouden van de huidige locaties
  • Goede aansluiting met het openbaar vervoer realiseren
  • Veilige fietspaden aanleggen in de omgeving van de schoollocaties

Effectuering
De gemeente Leudal biedt zelf geen onderwijs aan. Om de ruimtelijke weerslag te realiseren zal de gemeente:

  • Middelen doordecentraliseren
  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbinnen onderwijshuisvesting, ook in de toekomst, kan worden ontwikkeld
  • Naast het OOGO extra tijd investeren in bilaterale overleggen met het schoolbestuur

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.2.2   Sportaccommodaties

Ruimtelijke mechanismen
Demografische factoren hebben een grote invloed op draagvlakvermindering voor de reguliere sportbeoefening. Ten eerste is er in de nabije toekomst meer sprake van ontgroening en vergrijzing in de gemeente Leudal; sportverenigingen zien dit terug in een terugloop aan leden. Ook is er een verschuiving in het type sporten dat gaat worden beoefend. Dit resulteert in een onderbenutting van de bestaande accommodaties. Ten tweede is er door individualisering en een toenemende aandacht voor de gezondheid een trend zichtbaar van toenemende ongebonden sportbeoefening. Fitness, golf en sport in de openbare ruimte nemen in populariteit toe. Daarnaast neemt op bestaande locaties van sportaccommodaties de overlast als gevolg van verkeer- en parkeerproblemen toe.

Beleidsuitgangspunten
Uitdrukkelijk onverminderd de algemene uitgangspunten heeft de gemeente een taak op het terrein van de realisatie van accommodaties voor basisbuitensporten. Om als basisbuitensport aangemerkt te worden, moet er sprake zijn van:

  • Een landelijk algemeen gangbare en algemeen aanvaarde sport, welke in nagenoeg elke gemeente in Nederland wordt beoefend
  • Een sport die een bijdrage levert aan de doelstellingen van het sportbeleid in het algemeen, aan de sportstimulering van doelgroepen (jeugd / senioren) in het bijzonder en aan de leefbaarheid in een kern of gemeente en die een brede deelname in de gemeente of dorpskern heeft, verdeeld over alle leeftijdscategorieën
  • Een sport die in de openbare ruimte / op de commerciële markt niet beschikbaar is
  • Sportbeoefening zonder winstoogmerk

Aan deze definitie van basisbuitensport voldoen in de gemeente Leudal de sporten voetbal en tennis. Daarnaast is er een redelijk grote animo aanwezig voor beoefening van volleybal en handbal. Daarnaast kent de kern Heythuysen op het gebied van atletiek een regiovoorziening.

Een optimale spreiding van buitensportaccommodaties in de gemeente Leudal staat ten dienste van het lokale sportbeleid. De hoofddoelen van het sportbeleid zijn:

  • Participatiegraad verhogen
  • Verhogen van de kwaliteit van de sportbeoefening
  • Realiseren van maatschappelijke doelen, waarbij sport als instrument wordt ingezet (waarden / normen / sociale cohesie)
  • Deelname doelgroepen vergroten: jeugd, jongeren, ouderen, bewoners met een beperking, allochtonen, mensen met een laag inkomen

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, en zodoende een duurzaam voorzieningenpatroon te realiseren, zal de gemeente Leudal optimaal anticiperen op de ruimtelijke mechanismen. Dit heeft de volgende ingrepen tot gevolg:

  • Realisatie van kernoverstijgende concentraties van sportaccommodaties; niet iedere vereniging krijgt meer de beschikking over een eigen accommodatie
  • De concentraties liggen voor de inwoners van de kernen binnen de gehanteerde afstandsrichtlijnen van het NOC*NSF
  • Het aantal speelvelden wordt verminderd en uitgevoerd in kunstgras bij een verregaande intensivering van het gebruik 
  • Differentiatie in het sportaanbod; minder van hetzelfde
  • Clustering van de sportaccommodaties met andere maatschappelijke voorzieningen, zodat dubbelgebruik van parkeervoorzieningen kan plaatsvinden
  • Delen van de openbare ruimte worden geschikt gemaakt voor sportbeoefening (bijvoorbeeld trimbanen, jeu-de-boules)

Effectuering
De gemeente Leudal realiseert zelf in beginsel geen nieuwe sportaccommodaties. Voor het creëren van het nieuwe spreidingspatroon van bestaande voorzieningen zal de gemeente:

  • Structureel budget reserveren op de begroting
  • Planologisch ruimte bieden voor vestigingsmogelijkheden van buitensportaccommodaties die bestemd zijn voor inwoners van Leudal
  • Planologisch ruimte bieden aan de vestiging van commerciële sportaanbieders

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.2.3   Zorgvoorzieningen

Ruimtelijke mechanismen
De jongere generaties beroepsbeoefenaars in de eerstelijns zorg willen steeds minder zelfstandig opereren; de komende decennia zullen zij gaan opereren in loondienst en meer gaan samenwerken met andere beroepsbeoefenaars. Dit leidt tot de vorming van zogenaamde HOED-, TOED- en GOED- concepten (resp. huisartsen, tandartsen en gezondheidscentra onder één dak). De eerstelijns zorg krijgt ook te maken met de dubbele vergrijzing (steeds meer ouderen, die langer leven). Deze twee ontwikkelingen zorgen voor een fors groter ruimtebeslag van praktijken, een minder grote dichtheid van de spreiding en veel meer fysieke contacten tussen huisarts en patiënten.

Ouderen en gehandicapten willen graag zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. Daarnaast is er een proces van extramuralisering gaande bij zorginstellingen. Door de vergrijzing zal de vraag naar aanpassingen in de directe woonomgeving in de toekomst toenemen.

Beleidsuitgangspunten
Leudal wil een gemeente zijn die in evenwicht is, met een eigen verantwoordelijkheid van burgers en een samenleving met een grote sociale cohesie. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk burgers zelfstandig kunnen functioneren en meedoen in de samenleving. Een goede gezondheid is daar een wezenlijk onderdeel van, voor zowel kinderen en jongeren als volwassenen. De gemeente Leudal wil de gezondheid bevorderen door het faciliteren van een goed netwerk van zorgaccommodaties. Uitgangspunten daarvoor zijn:

  • Zoveel mogelijk zorgvoorzieningen aanbieden in iedere kern
  • Specifieke aandacht voor kwetsbare groepen (jongeren, ouderen)
  • Bereikbaar maken van zorgvoorzieningen
  • De mogelijkheid bieden om mensen zo lang mogelijk in de eigen kern te laten wonen
  • Ondersteuning van de mantelzorg

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, en zodoende een duurzaam voorzieningenpatroon te realiseren, zal de gemeente Leudal optimaal anticiperen op de ruimtelijke mechanismen. Dit heeft de volgende ingrepen tot gevolg:

  • Eerstelijns zorgvoorzieningen clusteren in multifunctionele accommodaties
  • Woonzorgzones creëren in de grootste kernen (toegankelijke, veilige en bruikbare openbare ruimtes)
  • Een goede aansluiting van openbaar vervoerdiensten naar zorgvoorzieningen realiseren

Effectuering
De gemeente Leudal biedt zelf geen zorg aan. Om de ruimtelijke weerslag te realiseren zal de gemeente:

  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbinnen zorgvoorzieningen, ook in de toekomst, kunnen worden ontwikkeld

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.2.4   Commerciële voorzieningen

Ruimtelijke mechanismen
Door een krimp van de bevolking in de gemeente Leudal zal, met name in de kleine kernen, het draagvlak voor commerciële voorzieningen verminderen. Daarnaast neemt de ruimtebehoefte van retailvoorzieningen toe; bestaande winkels worden steeds groter qua vloeroppervlak. Ten slotte neemt de ‘beleving’ van ‘winkelen’ een belangrijkere positie in bij het bezoeken van winkelgebieden op een hoger schaalniveau.

Beleidsuitgangspunten
De gemeente Leudal ziet in dat het behouden van commerciële voorzieningen in alle kernen niet realistisch is. De gemeente streeft het volgende na:

  • Versterken van de winkelfunctie van centrumkern Heythuysen
  • Op relatief korte afstand van de consument aanbieden van winkels voor dagelijkse producten, tenminste in de autonome kernen en de centrumkern
  • Per centrum- en autonome kern een samenhangend en complementair aanbod
  • Een goede bereikbaarheid van de voorzieningen
  • Aantrekkelijkheid van winkelgebieden vergroten

Ruimtelijke weerslag
Om aan de beleidsuitgangspunten invulling te geven, en zodoende een duurzaam voorzieningenpatroon te realiseren, zal de gemeente Leudal optimaal anticiperen op de ruimtelijke mechanismen. Dit heeft de volgende ingrepen tot gevolg:

  • Concentreren en mengen van (typen) commerciële voorzieningen in de centra van kernen om synergievoordelen te behalen
  • Waar mogelijk clusteren van commerciële en niet-commerciële voorzieningen om dubbelgebruik van parkeervoorzieningen mogelijk te maken
  • Ruimte bieden voor de schaalvergroting van winkels
  • Investeren in een hoogwaardige aankleding van de openbare ruimte in concentratiegebieden

Effectuering
Om de ruimtelijke weerslag te realiseren zal de gemeente Leudal planologische en stedenbouwkundige condities creëren waarbij, ook in de toekomst, ruimte wordt geboden voor de ontwikkeling van commerciële voorzieningen, bijvoorbeeld:

  • Toestaan van uitbouwen aan de achterzijden van panden binnen de aan- en bijgebouwenregeling.
  • Toestaan van bebouwing met een grotere hoogte van de begane grond, met dien verstande dat de vergroting dient te passen binnen de ruimtelijke karakteristiek van de locatie. Met andere woorden, het dorpse karakter dient wel behouden te blijven.

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.3   Benutten van kansen voor welzijn en voorzieningen

Doel van het kansenbeleid
Het realiseren van een leefbare woonomgeving is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente; zeker wanneer de aandacht over 16 kernen verdeeld moet worden is het belangrijk dat iedereen meedenkt. De gemeente Leudal staat daarom open voor iedereen die initiatieven ontplooit ten aanzien van het bevorderen van gemeenschapsvorming, persoonlijke- en sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid. De gemeente Leudal is voornemens om met name te sturen vanuit de gedachte “moet kunnen” (kansen benutten).

Ontwikkelingen die “moeten kunnen”
Kansen zijn er binnen de gemeente Leudal voor het versterken van horecavoorzieningen in relatie tot recreatie en toerisme, evenals voor de lokaal gebonden winkelvoorzieningen. Daarnaast zijn er kansen voor, zoals in de Regiovisie Midden-Limburg vermeld, het ontwikkelen van diverse soorten regionale zorgfaciliteiten. Hierbij kan worden gedacht aan zorginstellingen, zorghotels, comfortwoningen en onderzoekscentra. Ook voorzieningen op het gebied van bijvoorbeeld meditatie, uitvaart en welness in een soort landgoedachtige setting kunnen worden ingepast. De gemeente creëert de ruimtelijke condities, de invulling van de commerciële voorzieningen zal door de markt moeten plaatsvinden.

Algemene beleidsuitgangspunten
In beginsel wil de gemeente Leudal meewerken aan c.q. faciliteren van alle commerciële en maatschappelijke initiatieven die leiden tot het verbeteren van de leefbaarheid en verbetering van het voorzieningenpatroon. De gemeente hanteert wel een aantal criteria waaraan de initiatieven moeten voldoen om het initiatief te laten verworden tot een ‘kans’ voor Leudal:

  • Hun functionele bijdrage aan het totale voorzieningenpatroon
    - Mate van beïnvloeding van concentratiegebieden
  • Inpasbaarheid in maat en schaal in de omgeving
  • De effecten op andere functies in de omgeving
  • De effecten op de kwaliteit van de omgeving, waaronder:
    - Geluidsoverlast
    - Geurhinder
    - Gevaar
    - Verkeersaantrekkende werking en parkeeroverlast

Op het moment dat de voorziening verduurzaamd wordt c.q. wil worden, worden de sturingsuitgangspunten en ruimtelijke eisen zoals vermeld bij de basisverantwoordelijkheid en de ambitie toegepast.

Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



3.4   Ongewenste ontwikkelingen bij welzijn en voorzieningen voorkomen

Doel van het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen
De ontwikkeling van commerciële en niet-commerciële voorzieningen wordt bepaald door bedrijfseconomische afwegingen, randvoorwaarden en kaders vanuit de rijksoverheid, zoals financieringscondities en door management organisatorische afwegingen. De keuzen die een bedrijf of instelling daarbij maakt, kunnen voor de gemeente Leudal ongunstig uitvallen en effecten hebben op de woon- en leefkwaliteit van de gemeente. De invloed van de gemeente op dergelijke beslissingen is in veel gevallen beperkt. Het onderkennen van de bedreigingen is echter in veel gevallen de eerste stap in het pogen de negatieve effecten te voorkomen. Daarbij staat centraal dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de toekomstwaarde van investeringen.

Bedreigingen
Bedreigingen die zich concreet voordoen zijn:

  • Leegstand van accommodaties, ten gevolge van vertrek van, of beëindiging van de dienstverlening door maatschappelijke instellingen; met name in de kleinste kernen van de gemeente Leudal
  • Leegstand van commerciële ruimten als gevolg van faillissementen of verhuizing van ondernemingen (winkels, horeca, toerisme, recreatie)
  • Toenemende reisafstanden naar grotere voorzieningencentra
  • Overlast van omwonenden

Door ontwikkelingen op het vlak van infrastructuur maar ook verandering in de dienstregeling kan de bereikbaarheid van voorzieningen in en buiten de gemeente Leudal onder druk komen te staan.

Potentiële locaties die van betekenis kunnen zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zijn veelal ook voor andere ruimtelijke ontwikkelingen interessant. Uit planeconomische motieven wordt soms gekozen voor een economisch aantrekkelijke invulling op de korte termijn. Dit kan tot gevolg hebben dat op de langere termijn bepaalde voorzieningen niet meer in de gemeente Leudal gehuisvest kunnen worden, waardoor de inwoners daarvoor aangewezen zullen zijn op het aanbod buiten de gemeente.

Samengevat heeft de gemeente Leudal te maken met een bedreigingenvraagstuk in de volgende spanningsvelden ten aanzien van welzijn en leefbaarheid:

  • Spanning tussen welbevinden en leefbaarheid
  • Spanning tussen rust en ruimte en een vitale kern
  • Spanningen tussen autochtonen en nieuwe gebruikers van de voorzieningen
  • Groeien van kernen voor draagvlakbehoud versus het huidige karakter van een kern
  • De nieuwe dorpsbewoner in het buitengebied
  • Ontwikkelingen waarop de inwoners geen grip meer hebben

Algemene beleidsuitgangspunten
De gemeente Leudal wil zoveel mogelijk voorkomen dat aspecten waar zij wel invloed op kan uitoefenen, ongewild van negatieve invloed zijn op beslissingen van bedrijven en instellingen. Zij wil dat bereiken door:

  • Het terugdringen van niet-noodzakelijke beperkingen ten aanzien van het bouwen of het gebruik van gebouwen bij de actualisering van bestemmingsplannen;
  • Het bieden van een heldere en slagvaardige procesgang voor initiatieven die niet mogelijk zijn binnen het vigerend instrumentarium, maar wel van belang zijn voor de gemeente Leudal;
  • Een adequate dienstverlening op het gebied van vergunningen;
  • Voldoende voor toekomstige voorzieningen van belang zijnde locaties planologisch vaststellen. Het aantal m² huidig gebruik is hierbij het uitgangspunt.

Gebrek aan informatie kan wederzijds leiden tot het nemen van beslissingen die niet beoogde effecten hebben. De gemeente hecht daarom veel waarde aan een goede communicatie met bedrijven en instellingen op het vlak van voorzieningen. Zij wil dit bereiken door:

  • Een regelmatig overleg met de partijen die van betekenis zijn in het veld van de voorzieningen;
  • Het instellen van een portaal waar bedrijven en instellingen op het vlak van voorzieningen, gericht vragen kunnen neerleggen waarbij de gemeente een rol kan spelen.

Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



4   Economie en Werkgelegenheid

Beleid voor economie en werkgelegenheid

De kwaliteit van leven in Leudal wordt bepaald door een compleet aanbod voor wonen, werken, voorzieningen en recreatie. De gemeente wil ook een economisch sterke gemeente in de regio zijn. Ruimte voor dynamiek en ruimtelijke ontwikkeling is gericht op het op peil houden van het aantal arbeidsplaatsen in Leudal en een sterke positionering in de regio Midden-Limburg. De basis van het lokale economische beleid wordt gevormd door:

Agrarische bedrijvigheid

De agrarische bedrijvigheid is van oudsher een belangrijke factor binnen de gemeente. In het beleid legt de gemeente het accent op het behouden en versterken van de bestaande agrarische bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal in combinatie met het streven naar een goed woon- en leefklimaat. Ontwikkeling van Agribusiness wordt in dit kader als kansrijk gezien. 

De ontwikkeling van de agrarische bedrijvigheid is niet alleen afhankelijk van het ondernemerschap, maar ook van de Europese wet- en regelgeving ten aanzien van landbouwproductie en de milieuwetgeving. Leudal conformeert zich daarom aan de lijn die de reconstructie aanduidt. De gemeenteraad heeft uitgesproken om geen landbouwontwikkelingsgebieden aan te wijzen maar maatwerk te leveren.

Bijzondere aandacht vraagt de ontwikkeling van kleinschalige bedrijfsontwikkelingen in het buitengebied, samenhangend met verbreding en/of beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering. Daardoor neemt het aantal bedrijven die in het buitengebied zorg, recreatie, educatie e.d. aanbieden gestaag toe. De gemeente ondersteunt deze verbreding

Hoofdlijn van beleid

De gemeente Leudal wijst geen landbouwontwikkelingsgebieden aan, maar faciliteert agrarische bedrijfsontwikkeling via maatwerk. Daarnaast ondersteund de gemeente de verbreding van de bedrijfsontwikkeling en bedrijfsbeëindiging.

Bedrijf-naar-Bedrijf en Bedrijf-naar-Consument

Voor de lokale werkgelegenheid zijn zowel bedrijven gericht op andere bedrijven en bedrijven gericht op consumenten van betekenis. Behoud van voldoende bedrijvigheid is niet alleen van betekenis voor de lokale economie, maar ook voor de leefbaarheid en voor de sociale binding en cohesie.

Hoofdlijn van beleid

Het beleid is gericht op het behouden van deze twee type soorten bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal.

Op lokaal niveau heeft Leudal dit vertaald in de volgende aandachtspunten:

  • faciliteren van het zittend bedrijfsleven en mogelijk maken van groei binnen ruimtelijke- en milieuhygienische kaders (schaalvergroting);
  • startende ondernemers op maat ondersteunen (ruimtelijke inspanning);
  • bevorderen multifunctionele en duurzame bedrijfsgebouwen (in het kader van speerpunt duurzaamheid);
  • gericht locatiebeleid milieuhinderlijke bedrijvigheid (juiste bedrijf op de juiste plaats);
  • verdichting en herstructurering bestaande bedrijventerreinen (slim ruimtegebruik).   

Zorgsector

In Hornerheide is een zorgcluster gelegen (Proteion) dat functioneert op een bovenregionaal niveau. De zorg biedt hoog gekwalificeerde werkgelegenheid die van grote betekenis is voor de differentiatie in de beroepsbevolking van de gemeente. De gemeente ziet de verdere ontwikkeling van de zorg daarom als een speerpunt van beleid. De kwaliteiten van het werken in de zorg sluiten ook goed aan bij de kwaliteiten van het wonen en de de woonomgeving die de gemeente nastreeft.

 Hoofdlijn van beleid

Het beleid is gericht op het stimuleren en versterken van zorginstellingen binnen de gemeente Leudal die specifieke zorg aanbieden op regionaal of bovenregionaal niveau.

Toerisme en recreatie

De gemeente Leudal is gelegen in een afwisselend gebied met veel natuur. In het buitengebied vind je ongerepte natuur en fiets- en wandelgebieden, zoals het Leudal. Ook de Maas vormt een fraaie landschappelijke ader met veel toeristisch-recreatieve potentie. Samen met het cultuurhistorische karakter van de dorpen vormt de gemeente Leudal een aantrekkelijke omgeving voor de toerist en de recreant.

Hoofdlijn van beleid

Het beleid van de gemeente Leudal is gericht op versterking van de toeristisch-recreatieve sector. Bestaande bedrijven op het gebied van recreatie en toerisme moeten daarom de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. Nieuwe bedrijven moeten zich kunnen vestigen.

Ook het versterken en behouden van het karakteristieke landschap, de verschillende groene parels en de landschapselementen dragen bij aan een aantrekkelijke omgeving voor de toerist en recreant.

Het beleid  voor Economie en Werkgelegenheid is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier.



4.1   De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor economie en werken

Sturen op kwaliteit

De gemeente Leudal koestert haar gevestigd bedrijfsleven en zet zich in groei mogelijk te maken. De groei zit in Leudal in de (ruimtelijke) kwaliteit en niet in de kwantiteit. De gemeente koestert daarom de bestaande bedrijventerreinen en zet in op een goed duurzaam kunnen blijven benutten van deze terreinen. Een evenwicht tussen bedrijvigheid en groen is van belang.

Agrarische bedrijvigheid

De gemeente Leudal is een gemeente met een grote agrarische sector. De bestaande agrarische bedrijvigheid in het buitengebied dient gekoesterd en zoveel mogelijk gefaciliteerd te worden, met behoud van omgevingskwaliteit. De zones, zoals aangeduid in het reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg, dienen hiervoor als basis.  

Bedrijf-naar-Bedrijf en Bedrijf-naar-Consument

Ten aanzien van de Bedrijf-naar-Bedrijf (Business-to-business) en Bedrijf-naar-Consument (Business-to-Consumer) bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal staat in beginsel het behoud van deze sector voorop. Het accent wordt daarbij gelegd op het behouden van de bestaande bedrijventerreinen. Het doelmatig kunnen gebruiken van de terreinen dient zoveel mogelijk gefaciliteerd te worden.

Bestaande bedrijven moeten de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. We willen dit doen door:

  • zorgdragen dat de bestemmingsplannen geen onnodige beperkingen opleggen aan de doorontwikkeling;
  • zorgdragen dat een goede bereikbaarheid van de bedrijven gegarandeerd blijft.

Toeristische en recreatieve sector

Bestaande bedrijven op het gebied van recreatie en toerisme moeten de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. De gemeente Leudal wil dit doen door een goede bereikbaarheid en voldoende ontwikkelingsruimte in bestemmingsplannen creëren.  

Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:



4.2   Extra economische ontwikkelingen realiseren

Agrarische bedrijvigheid

De gemeente streeft naar een goed woon- en leefklimaat in combinatie met het behouden van de bestaande agrarische bedrijvigheid. Om dit zo goed mogelijk te kunnen bewerkstelligen heeft de gemeente de ambitie om voor de ontwikkelingen in de agrarische sector maatwerk te leveren. De gemeente heeft niet de ambitie een Landbouwontwikkelingsgebied te realiseren. Vestiging van intensieve agrarische bedrijven dient plaats te vinden binnen de zoekgebieden zoals deze in het Reconstructieplan zijn aangegeven.

Bedrijvigheid (tussen bedrijven en voor consumenten)

De ambitie van de gemeente is gericht op:

  • herstructurering en revitalisering van een deel van de bestaande bedrijventerreinen. Een deel van de bedrijventerreinen in de gemeente is verouderd en dient, om ook in de toekomst van economische waarde te blijven, geherstructureerd of gerevitaliseerd te worden.
  • scheiding van woongebieden en bedrijventerreinen. In de loop der tijd zijn woon- en werkgebieden (bedrijventerreinen) steeds meer richting elkaar gegroeid. Het beleid van de gemeente is gericht op het scheiden van woongebieden en bedrijventerreinen zodat de bedrijven op de bedrijventerreinen niet belemmerd worden in hun functioneren (en overlast wordt voorkomen). 
  • verduurzaming van bestaande bedrijvigheid. Een speerpunt van het gemeentelijk beleid is duurzaamheid. De ambitie van de gemeente Leudal is dat ook bestaande bedrijvigheid een duurzaam karakter (bijvoorbeeld door middel van zuinig ruimte- en energiegebruik) krijgt.

Toeristisch- recreatieve sector

De gemeentelijke ambitie is gericht op versterking van de toeristische sector. De vestiging van een toeristische trekker die voor spin-off zorgt is hierbij een optie, maar de gemeente wil ook kleinschalige toeristisch-recreatieve initiatieven ondersteunen. Toeristische ontwikkeling dient gezoneerd plaats te vinden, met name in de Maaszone, rond het Leudal en bij de Leisert.

Beleid voor werken in de buurt

Nieuw ondernemerschap ontstaat overwegend buiten de reguliere bedrijventerreinen. Starters beginnen vaak aan huis of een bestaande kleine bedrijfsruimte buiten de reguliere terreinen en in vrijkomende argrarische bebouwing (VAB). Bij doorgroei na een geslaagde start zoekt men zijn weg binnen het aanbod op bestaande terreinen of verzamelgebouwen binnen de woonwijken.

Het beleid is er op gericht binnen de woonwijken voldoende mogelijkheden voor daarbij passende vormen van bedrijvigheid te behouden en nieuwe mogelijkheden voor daarbij passende bedrijfsomgevingen te ontwikkelen. De gemeente wil dat doen door:

  • vastleggen binnen woonwijken dat vestiging van woonmilieu vriendelijke bedrijvigheid is toegestaan;
  • zorgen dat werken aan huis standaard is toegestaan in woongebieden.

Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:



4.3   Benutten van economische kansen

Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen

Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen bieden een kans tot functiewijziging. Op deze wijze blijft het landelijk gebied vitaal en leefbaar. De gemeente Leudal wil onder randvoorwaarden initiatieven in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen kunnen faciliteren. Uitgangspunt is hierbij niet de nieuwe functie, maar de invloed van de functie op de omgeving. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:

  • de aard van het initiatief moet passen bij de functionele karakteristiek van de omgeving,
  • de aard en inrichting van het initiatief moet aansluiten bij de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving,
  • het initiatief mag niet leiden tot verkeers- of parkeeroverlast in de omgeving,
  • het initiatief mag niet leiden tot extra milieuhygienische belemmeringen voor bestaande agrarische bedrijven,
  • het initiatief mag niet leiden tot milieuhygienische overlast op de omgeving,
  • op locatie-inrichtingsniveau zal duurzaamheid herkenbaar centraal moeten staan.

Toerisme en recreatie

Initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan de toeristisch-recreatieve sector (zowel dag- als verblijfsrecreatie) in Leudal worden waar mogelijk gefaciliteerd. Het gaat hierbij zowel om kleinschalige initiatieven, maar ook om een grote trekker. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:

Bij grootschalige toeristisch-recreatieve initiatieven:

  • de locatie moet goed bereikbaar zijn via het hoofdwegennet en mag niet leiden tot extra verkeersstromen via de kernen,
  • de locatie moet landschappelijk goed inpasbaar zijn, waarbij de ruimtelijke effecten van het initiatief in een zone van ca 1 km rond het initiatief moet worden meegenomen,
  • het initiatief dient zijn parkeerbehoefte binnen de eigen locatie te realiseren,
  • op locatie-inrichtingsniveau zal duurzaamheid herkenbaar centraal moeten staan,
  • de locatie moet de potenties hebben om het initiatief in de toekomst verder door te ontwikkelen, zonder dat dit ten koste gaat van de bovengenoemde punten.

Bij kleinschalige toeristisch-recreatieve initiatieven:

  • de aard van het initiatief moet passen bij de functionele karakteristiek van de omgeving,
  • de aard en inrichting van het initiatief moet aansluiten bij de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving,
  • het initiatief mag niet leiden tot verkeers- of parkeeroverlast in de omgeving
  • op locatie-inrichtingsniveau zal duurzaamheid herkenbaar centraal moeten staan.

Zorgsector

De ambitite van de gemeente is gericht op groei van de zorgsector rond het zorgcluster Hornerheide. Indien zich mogelijkheden ter versterking van het zorgcluster voordoen, wil de gemeente hierin kunnen faciliteren. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:

  • de verdere ontwikkeling van het zorgcluster moet goed bereikbaar zijn via het hoofdwegennet en mag niet leiden tot extra verkeersstromen via de kernen,
  • de locatie moet landschappelijk goed inpasbaar zijn, waarbij de ruimtelijke effecten van het initiatief in een zone van ca 1 km rond het initiatief moet worden meegenomen,
  • het initiatief dient zijn parkeerbehoefte binnen de eigen locatie te realiseren,
  • op locatie-inrichtingsniveau zal duurzaamheid herkenbaar centraal moeten staan,
  • de locatie moet de potenties hebben om het initiatief in de toekomst verder door te ontwikkelen, zonder dat dit ten koste gaat van de bovengenoemde punten.

Kleinschalige ontwikkelingen in zorg en educatie

Kleinschalige initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan zorg en educatie worden waar mogelijk gefaciliteerd. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:

  • de aard van het initiatief moet passen bij de functionele karakteristiek van de omgeving,
  • de aard en inrichting van het initiatief moet aansluiten bij de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving,
  • het initiatief mag niet leiden tot verkeers- of parkeeroverlast in de omgeving
  • op locatie-inrichtingsniveau zal duurzaamheid herkenbaar centraal moeten staan.

Grootschalige bedrijfsmatige ontwikkelingen

Initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan de economie en werkgelegenheid worden waar mogelijk gefaciliteerd.  Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:

  • ontwikkeling vindt primair plaats op bestaande bedrijventerreinen of op nieuwe te ontwikkelen bedrijventreinen, aansluitend op bestaande terreinen.
  • een nieuwe solitaire bedrijfslocatie zal door de gemeente alleen in overweging worden genomen indien:
    • door de aard en/of zijn specifieke bijdrage van het initiatief aan de regionale economie vestiging in de gemeente Leudal een zeer belangrijke meerwaarde biedt,
    • vestiging op, of grenzend aan een bestaand terrein in de gemeente Leudal of haar directe omgeving niet mogelijk is,
    • het mogelijk is een loactie te realiseren die goed bereikbaar is via het hoofdwegennet en mag niet leidt tot extra verkeersstromen via de kernen, en landschappelijk en milieuhygienisch aanvaardbaar is en inpasbaar is in de karakteristiek van Leudal.
  • glastuinbouw: bestaande bedrijven met glastuinbouw worden gefaciliteerd. Het betreft hier een aantal specifieke bedrijven. Voor deze bedrijven in maatwerk noodzakelijk. Er worden geen glastuinbouwconcentratiegebieden aangewezen voor nieuwe glastuinbouwbedrijven.

Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:



4.4   Economische bedreigingen voorkomen

De gemeente wil naast een goede woongemeente ook een goede werkgemeente blijven. Daarvoor is het van belang dat ontwikkelingen die een ongewenste invloed hebben op de autonome ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijfsleven en van in de gemeente Leudal gevestigde instellingen waar mogelijk worden voorkomen. Het gaat daarbij om ontwikkelingen in de woonfunctie, ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit, ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit en op het vlak van regelgeving. De gemeente wil waar mogelijk voorkomen dat dit soort ontwikkelingen bedrijven, die nu in de gemeente Leudal zijn gevestigd, noodzaken naar een locatie buiten de gemeente te vertrekken.

Ontwikkelingen in de woonfunctie

Bij functieverandering van gebieden naar een woonfunctie (bijvoorbeeld een verouderde bedrijfslocatie) en bij de realisatie van nieuwe woongebieden moet worden voorkomen dat bestaande ontwikkelingsruimte voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties wordt ingeperkt.

Ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit

Bij verbetering van de omgevingskwaliteit van gebieden moet worden voorkomen dat bestaande ontwikkelingsruimte voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties wordt ingeperkt.

Daarnaast is het beleid gericht op het voorkomen van ontwikkelingen die het woon- en leefklimaat van de gemeente Leudal negatief beinvloeden.

Ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit

Bij veranderingen van en maatregelen in de infrastructuur moet worden voorkomen dat de bereikbaarheid van de werklocaties verslechtert waardoor ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties worden beperkt.

Ontwikkelingen op het vlak van regelgeving

Landelijke en Europese regelgeving stellen reeds veel kaders aan de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven. De gemeente streeft ernaar geen aanvullende belemmeringen op het vlak van regelgeving te creëren, tenzij er vanuit andere zwaarwegende maatschappelijke overwegingen wezenlijke noodzaak toe is.

Bedreigingen door de economie

Naast de bovengenoemde bedreigingen voor de economie zijn er ook bedreigingen door de economie. Economische schaalvergroting kan leiden tot een onevenredige druk op de omgeving en tot verlies van omgevingskwaliteiten. De gemeente zal daarom terughoudend zijn naar grootschalige initiatieven en deze enkel onder strikte randvoorwaarden toestaan.

Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:

 



5   Omgevingskwaliteit

De gemeente Leudal bestaat uit 16 kernen met een uitgestrekt buitengebied en vormt hiermee qua oppervlakte de grootste gemeente van Limburg. De kernen en het buitengebied hebben ieder specifieke ruimtelijke eigenschappen. De ruimtelijke eigenschappen (ruimtelijke karakteristiek) tezamen met het functioneel gebruik vormen de omgevingskwaliteit van de gemeente. Leudal beschikt met de aanwezige natuur- en cultuurwaarden over een breed spectrum van omgevingskwaliteiten, zowel in de dorpen als in het buitengebied. Deze kwaliteiten vormen een belangrijke basis voor het goede woonklimaat van de gemeente, bieden condities voor vernieuwend ondernemerschap in de kernen en in het buitengebied en maken de gemeente ook interessant voor bezoekers van buiten. Leudal hanteert voor deze kwaliteiten het concept "Tuin van Limburg". Ze benadrukt daarmee de kleinschaligheid, de diversiteit, de verschillende gebruiksvormen die in samenhang met elkaar een boeiend en bindend geheel vormen. De gemeente Leudal profileert zich verder onder andere met de groene parels c.q. waardevolle natuurgebieden, de voor Leudal karakteristieke landschapstypen en de kleine landschapselementen.

Hoofdlijn van beleid

Voor de dorpen richt het beleid zich primair op het behouden, beschermen en versterken van de kernspecifieke kwaliteiten en eigenheden en gebruikskwaliteiten van de verschillende kernen, in hun setting van het omringend landelijk gebied en de daarbij behorende omgevingskwaliteiten.

Voor het buitengebied richt het beleid zich op het duurzaam behouden van de kernwaarden van de natuurgebieden en het landschap en het tegelijkertijd versterken van de gebruiks- en belevingswaarden voor de inwoners van Leudal en voor bezoekers van de gemeente.

Voor de bedrijventerreinen richt het beleid zoch op het duurzaam behouden van de terreinen en het versterken van de uitstraling, zowel binnen de terreinen als naar de omgeving toe.

Het beleid  voor omgevingskwaliteit is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier.



5.1   De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor omgevingskwaliteit

De omgevingskwaliteit van de 16 dorpen en het buitengebied vormt een belangrijk onderdeel van een goede woon- en leefomgeving en daarmee van het woon- en leefgenot in Leudal.

De omgevingskwaliteiten vallen uiteen in een aantal kernwaarden. Kleinschaligheid en verwevenheid van functies zijn voor de gemeente Leudal twee kernkwaliteiten. Daarnaast zijn de aanwezige robuuste natuurlijke en landschappelijke structuren ( de beekdalen, het Leudal, de Maas) alsmede de cultuurhistorische elementen in het landschap belangrijke kernwaarden voor met name het buitengebied.

De hoge belevingswaarde van de gemeente ligt voor een belangrijk deel in het grote ruimtelijk-functioneel onderscheid tussen de verschillende kernen en de verschillende landschapstypen in het buitengebied. 

De gemeente streeft naar het behoud en het versterken van haar ruimtelijke karakteristiek en daarmee van de omgevingskwaliteiten. Voor het beleid wordt onderscheid gemaakt in:

  • de ruimtelijke karakteristiek van de dorpen;
  • de ruimtelijke karakteristiek van het buitengebied;
  • de ruimtelijke karakteristiek van de bedrijventerreinen.

Behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de dorpen

Alle dorpen hebben, historisch bepaald, een directe ruimtelijke en functionele relatie met het buitengebied van de gemeente Leudal. De dorpen kenmerken zich hierdoor als onderdeel van het landschap, niet als bebouwd gebied in het landschap. Dit samengaan van de agrarische functie en de ruimtelijke karakteristiek heeft de omgevingskwaliteit van de gemeente bepaald.

Het kleinschalig en divers karakter van de verschillende dorpen komt uit het oorspronkelijk gebruik (agrarisch) van het landschap en is nog steeds goed te herkennen maar is ook al op veel plaatsen door ontwikkelingen aangetast of geheel verdwenen. Ontwikkelingen moeten deze kwaliteiten niet (verder) aantasten. 

De gemeente ziet het als haar basisverantwoordelijkheid voor het behouden van de ruimtelijke karakteristiek van haar gemeente. Hierbij hanteert zij onderstaande criteria voor de dorpen:

  • behoud van de waarden die kenmerkend zijn voor het ontstaan van de gemeente en specifiek zijn per kern. Van belang hierbij is de ruimtelijke structuur, beeldbepalende elementen, routing, zichtlijnen, kwaliteit van de bebouwing en cultuurhistorie;
  • er dient voldaan te worden aan de welstandseisen;
  • behouden en versterken van de groene, kleinschalige uitstraling;
  • behoud en versterken van diversiteit van het landschap (openheid, beekdalen etc.) rondom de dorpskernen;
  • sterke groene/blauwe randen rondom het bebouwd gebied en met een visuele relatie (openheid) met het buitengebied.
  • openbare ruimte die recreatief / functioneel bruikbaar is voor de inwoners van Leudal alsook voor bezoekers.

Behoud van de omgevingskwaliteiten van het buitengebied

Het buitengebied heeft een belangrijke functie voor de gemeente. De agrarische functie is sterk vertegenwoordigd.  De omgevingskwaliteiten van het buitengebied kunnen vooral beleefd vanuit het recreatief gebruik van paden, wegen en de recreatieve steunpunten. De kwaliteiten van de natuur zijn verankerd in de robuste ecologische structuren en verbindingen (zoals grotere bos- en natuurgebieden), kleine landschapselementen en het divers karakter op de overgangen tussen buitengebied en de dorpen.  

De gemeente ziet het als haar basisverantwoordelijkheid voor het behouden van de ruimtelijke karakteristiek en omgevingskwaliteit van haar gemeente. Hierbij hanteert zij onderstaande criteria voorhet buitengebied:

  • behouden van robuuste bos- en natuurgebieden (zoals het Leudal) en ecologische verbindingszone's;
  • het behouden van het divers karakter op de overgangen tussen buitengebied en de dorpen;
  • het behouden van de diversiteit van het landschap; behoud van de ruimtelijke structuur, beeldbepalende elementen, zichtlijnen en cultuurhistorie;
  • behoud van infrastructuur (wegen en paden) voor recreatief en functioneel gebruik;
  • behoud van de karakteristieke boomstructuren, houtwallen en kleine landschapselementen; 
  • er dient voldaan te worden aan de welstandseisen

Behoud van de omgevingskwaliteiten voor de bedrijventerreinen

De gemeente Leudal streeft naar duurzame kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen. Dit betekent dat eisen worden gesteld aan:

  • beeldkwaliteit: de kwaliteit van de openbare ruimte en open ruimte op bedrijventerreinen;
  • welstand: de kwaliteit en visuele uitstraling van de bebouwing op de bedrijventerreinen.

Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:



5.2   Extra ontwikkelingen op het gebied van omgevingskwaliteit realiseren

Naast het behouden van de omgevingskwaliteiten zet de gemeente Leudal ook actief in op het versterken van de omgevingskwaliteiten in diverse gebieden:

Dorpen

  • verbetering van de overgang tussen dorpen en het buitengebied, onder andere in het project 'Mooi Buggenum';
  • ontwikkeling van de Maaszone, onder meer door te participeren in de gebiedsontwikkeling Mooie Maas;
  • in kaart brengen van de waardevolle bomen en houtopstanden in de dorpen ter bescherming hiervan.

Buitengebied

  • versterking van de natuurlijke en landschappelijke waarden van het Leudal
  • ontwikkeling van de Maaszone, onder meer door te participeren in de gebiedsontwikkeling Mooie Maas;
  • sanering en meandering Tungelroysebeek, in samenwerking met het Waterschap. De gemeente Leudal grijpt de ontwikkeling aan om het gebied recreatief te ontwikkelen (routestructuur);
  • instandhouding van kleine landschapselementen in samenwerking met IKL;
  • duurzaam beheer van bos- en natuurterreinen in samenwerking met de Bosgroep Zuid-Nederland;
  • herstel van bos- en natuurterreinen in samenwerking met de Bosgroep Zuid-Nederland. 

Bedrijventerreinen

  • Revitalisering en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen.

Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:



5.3   Benutten van de kansen voor de omgevingskwaliteit

Op het gebied van de omgevingskwaliteit zijn, naast de gemeente, ook veel andere partijen, instanties en personen actief. Voor de beoordeling van initiatieven van derden zal de gemeente initiatief beoordelen op de bijdrage aan de omgevingskwaliteit.

Initiatieven van derden, die bijdragen aan de versterking van de omgevingskwaliteit van de dorpen, de bedrijventerreinen en het buitengebied, zullen waar mogelijk worden ondersteund. De gemeente zal bij het afwegen van deze ondersteuning rekening houden met de volgende aspecten:

Dorpen

  • de meerwaarde van het initiatief voor de woon- en leefkwaliteit van de dorpen;
  • de milieueffecten van het initiatief op de omgeving;
  • de heersende milieucondities;
  • de meerwaarde van het project met betrekking tot duurzaamheid; 
  • de betekenis van het initiatief voor de gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte in de dorpen;
  • de effecten van het initiatief vanuit verkeersbewegingen en parkeerdruk;
  • de meerwaarde van het initiatief voor het aanbod binnen de gemeente ter bevordering van de belevingswaarde van de omgevingskwaliteit;
  • de manier waarop nieuwe initiatieven op een eigentijdse wijze invulling geven aan de versterking van bestaande kernspecifieke kwaliteiten.

Buitengebied

  • de meerwaarde van het initiatief voor de woon- en leefkwaliteit van het buitengebied;
  • de landschappelijke uitgangspunten c.q. inpassing in het landschap;
  • de milieueffecten van het initiatief op de omgeving;
  • de heersende milieucondities;
  • de meerwaarde van het project met betrekking tot duurzaamheid; 
  • de effecten van het initiatief vanuit verkeersbewegingen en parkeerdruk;
  • de meerwaarde van het initiatief voor het aanbod binnen de gemeente ter bevordering van de belevingswaarde van de omgevingskwaliteit;
  • tegenprestatie op basis van het kwaliteitsmenu. Dit dient nog verder uitgewerkt te worden in het gemeentelijke beleid.

Bedrijventerreinen

  • de mate waarop het initiatief een bijdrage levert aan de omgevingskwaliteiten van het bedrijventerrein (beeldkwaliteit, welstand etc.);
  • de milieueffecten van het initiatief op de omgeving;
  • de heersende milieucondities;
  • de meerwaarde van het project met betrekking tot duurzaamheid; 
  • de effecten van het initiatief vanuit verkeersbewegingen en parkeerdruk.

Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:



5.4   Bedreigingen voor de omgevingskwaliteit

Op het gebied van de omgevingskwaliteit zijn, naast de gemeente, ook veel andere partijen, instanties en personen actief. Voor de beoordeling van initiatieven van derden zal de gemeente naast de ruimtelijke karakteristiek ook de functionele inpassing betrekken. De gemeente beoordeelt het initiatief primair op de planologische inpasbaarheid en daarnaast op de bijdrage aan de omgevingskwaliteit.

Initiatieven van derden, die bijdragen aan een verstoring van de omgevingskwaliteit van de dorpen en het buitengebied, zullen niet worden ondersteund. De gemeente zal bij het afwegen van deze ondersteuning rekening houden met de volgende aspecten:


Dorpen

Inbreidingen met de daarbij behorende benodigde parkeervoorzieningen mogen dan ook niet ten koste gaan van de bestaande groene karakteristiek. De gemeente wil daarom voorkomen dat:


  • in,- en uitbreiden ten koste gaat van het bestaande groen;
  • in,- en uitbreiden niet past binnen de maat en schaal van de bestaande bebouwde omgeving;
  • door ontwikkelingen of verkoop van groen een versnippering van de groenstructuur en een verkleining van de openheid, in en tussen de dorpen, ontstaat.

Buitengebied

In het buitengebied dient voorkomen te worden dat:

  • ontwikkelingen het robuuste karakter van het landschap, de diversiteit en specifieke kenmerken van landschapstypen en ecologische verbindingszones verstoren (voorkomen van versnippering en verrommeling);
  • ontwikkeling de overgang tussen dorp en landschap harder maken;
  • de diversiteit van het landschap wordt aangetast en waardevolle beeldbepalende en cultuurhistorische elementen verdwijnen;
  • ontwikkelingen ertoe leiden dat dorpen aan elkaar groeien of de ruimte tussen de dorpen te klein wordt om de kernspecifieke kwaliteiten los van elkaar te kunnen blijven benoemen.

Bedrijventerreinen


Op de bedrijventerreinen dient voorkomen te worden dat:

  • verrommeling en/of verloedering ontstaat door verouderde of inefficient gebruikte locaties;
  • bedrijventerreinen een negatief effect op de kwaliteiten van de direct aangrenzende omgeving hebben. Dit kan bewerkstelligd worden door bedrijven met een lage visuele kwaliteit niet aan de randen van het bedrijventerrein te situeren.

Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:


 



6   Mobiliteit

Beleid op hoofdlijnen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur

Centraal uitgangspunt voor de gemeente Leudal is het aanbieden van een prettig woon- en leefklimaat aan de inwoners. Veel randvoorwaarden daarvoor zijn op dit moment al aanwezig. De gemeente wil deze graag behouden en waar mogelijk versterken. Een optimale mobiliteit voor haar inwoners is daarin een essentiële component. Binnen de mobiliteitsaanpak maakt de gemeente Leudal keuzes in een spanningsveld tussen het optimaliseren van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid.

Inwoners zien de gemeente Leudal als een behoorlijk bereikbaar gebied om in te leven, zeker in vergelijking met andere plattelandsgebieden. De nabijheid van grotere kernen als Weert en Roermond zorgt voor een relatief goed aanbod aan infrastructuur in de gemeente Leudal; zo doorsnijden onder andere de A2, N280 en de N273 de gemeente. Wat nu een goede mate van bereikbaarheid is, is echter niet eenvoudig te formuleren. Ook begrippen als verkeersveiligheid of leefbaarheid kennen een grote mate van subjectieve invulling. Als deze begrippen een mate van kwaliteit zouden duiden, dan zal eenieder deze begrippen een andere definitie en waardering geven.

De gemeente Leudal hanteert als vertrekpunt dat de gebruiker van het mobiliteitssysteem bepaalt of de locaties bereikbaar zijn, de infrastructuur verkeersveilig is en of dit al dan niet ten koste gaat van de leefbaarheid. De beoordeling hangt hierbij niet alleen af van de vraag of de gebruiker is aangekomen op de eindbestemming, maar ook de moeite die daarvoor gedaan moest worden. gebruiker bestaat daarbij niet. Afhankelijk van het type gebruiker en het type verplaatsing treedt er een andere gebruikswaarde op. De gebruikswaarde wordt door de gemeente bepaald aan de hand van drie indicatoren:

  • Het motief, waarom men reist;
  • De gebiedsniveaus waarop men zich verplaatst;
  • Het vervoersmiddel dat wordt gebruikt.

Om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren worden gebruikers aan de hand van de drie indicatoren samengevoegd tot zogenoemde gebruikersgroepen. Iedere gebruikersgroep, waar inwoners wisselend per etmaal toe kunnen behoren, maakt gebruik van een specifiek soort netwerk. De volgende netwerken worden door de gemeente Leudal onderscheiden: een sociaal-maatschappelijk netwerk, woon-werk netwerk, goederennetwerk, recreatief-toeristisch netwerk, agrarisch netwerk en een regionaal-functioneel netwerk.

Al deze gebruiksnetwerken maken gebruik van hetzelfde aanbod aan infrastructuur. Per netwerk worden hier wel andere eisen aan gesteld. Gestelde beleidsdoelen kunnen elkaar overlappen voor bepaalde delen van de infrastructuur. Een afweging hiertussen of cumulatie hiervan wordt weergegeven in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.

De gemeente Leudal geeft prioriteit aan mobiliteitsbeïnvloeding. Op de lange termijn sorteert dat het meeste effect voor de gemeente Leudal. Naast beïnvloeding van het mobiliteitsgedrag (o.a. modal shift) zet de gemeente Leudal ook in op het beter benutten van de infrastructuurcapaciteit en tenslotte op het bouwen van nieuwe infrastructuur binnen de gestelde voorwaarden ten aanzien van de omgevingskwaliteit.

Het beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota's.



6.1   De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur

Doel van het basismobiliteitsbeleid
De gemeente Leudal voelt een basisverantwoordelijkheid voor de mobiliteitsnetwerken die het meest worden gebruikt door de inwoners van de gemeente Leudal. Dit zijn de netwerken die niet zozeer gericht zijn op specifieke doelgroepen, maar op de functies waarvan álle inwoners veelvuldig gebruik maken. Doelstellingen voor het realiseren van een goed basismobiliteitsnetwerk kunnen ook van betekenis zijn voor de versterking van andere netwerken.

Basistaakstelling
De mobiliteitsnetwerken waarvoor de gemeente Leudal een taak heeft voor haar grondgebied en jegens haar inwoners zijn:

  • Het sociaal-maatschappelijk netwerk; omdat in de toekomst grote veranderingen in het spreidingspatroon van voorzieningen gaan plaatsvinden, zal er een groter beroep worden gedaan op de mobiliteitsstructuur (volume, aard en lengte van verplaatsingen).


  • Het woon-werk netwerk; omdat de bereikbaarheidsdoelstellingen het meeste onder druk staan bij het woon-werk verkeer, vanwege het geconcentreerde aanbod in de tijd. De gemeente Leudal realiseert zich wel dat het gewoontegedrag ten aanzien van woon-werk mobiliteit lastig te doorbreken is.


  • Het goederennetwerk (m.u.v. agrarisch verkeer); omdat inefficiënties in dit netwerk grote gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de kernen van de gemeente Leudal vanwege de grootte van bedrijfsvoertuigen.

Mobiliteitsnetwerken die minder worden gebruikt door de inwoners van de gemeente Leudal zijn: het recreatief-toeristisch netwerk, omdat toeristische activiteiten slechts gedurende een beperkt aantal periodes in het jaar plaatsvinden en een groot medegebruik van niet-inwoners kent; het regionaal-functionele netwerk, omdat hier slechts een beperkt aantal dagen in de week gebruik van wordt gemaakt en het agrarische netwerk, omdat dit slechts door een bepaalde doelgroep in een beperkt gebied wordt gebruikt. Bij deze netwerken heeft de gemeente Leudal geen basisverantwoordelijkheid.

Algemene beleidsuitgangspunten
De volgende algemene beleidsuitgangspunten gelden voor de gemeente Leudal bij het realiseren van de basistaken:

  • In de Leudalse visie is mobiliteit onlosmakelijk verbonden met duurzaamheid. De gemeente streeft ernaar niet alleen nu, maar ook in de toekomst een optimale mobiliteit te garanderen. Er wordt niet ingezet op het boeken van korte termijnsuccessen, als dat ten koste gaat van de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid op de lange termijn. Huidige knelpunten worden aangepakt als dat leidt tot een structurele verbetering in het mobiliteitsspectrum.
  • De gemeente Leudal wil bovenal zorg dragen voor een zo breed mogelijk aanbod aan vervoersmogelijkheden. Hier wordt wel rekening gehouden met de demografische ontwikkeling, zodat een stabilisatie van de mobiliteitsgroei niet leidt tot bovenmatige investeringen.
  • Duurzaamheid betekent voor de gemeente Leudal ook dat zij rekening houdt met de effecten van innovaties (telewerken, ICT) op mobiliteit. Verwacht wordt dat deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe verplaatsingen, maar dat ook substitutie van verplaatsingen plaatsvindt.
  • Een goede inpassing van (nieuwe) infrastructuur, om de bestaande hoge omgevingskwaliteit van het buitengebied te behouden.

Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.1.1   Sociaal-maatschappelijk netwerk

Afstanden en modal split
Maatschappelijke voorzieningen zijn nu vaak op korte afstand gelegen van de woonomgeving. Als de voorzieningen tussen circa 2,5 en 7,5 kilometer afstand liggen, valt de modal split uit in het voordeel van de voetganger respectievelijk de fietser. Bij afstanden vanaf circa 10 kilometer van het vertrekpunt neemt het aandeel van de automobilist in de modal split  in grote mate toe. Doordat in de toekomst de afstanden tot enkele maatschappelijke voorzieningen worden vergroot zal er meer extern (vanuit de woonkern) georiënteerd verkeer met de auto plaatsvinden.

Ruimtelijk beleid
Voorzieningen worden gebundeld in clusters die waar mogelijk kernoverstijgend zijn; daarnaast vindt een spreiding van voorzieningen over kernen plaats. Lokalisering vindt plaats op goed bereikbare plaatsen. Vanuit het mobiliteitsbeleid wordt gestuurd op plaatsing in de dorpskernen of aan de dorpsentrees.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid wil de gemeente Leudal zorgen dat de automobiliteit niet fors toeneemt als gevolg van grotere afstanden tot aan maatschappelijke voorzieningen. Het clusteringsbeleid van voorzieningen is naar de mening van de gemeente Leudal kansrijk voor de verbetering van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Met de ruimtelijke keuze om vooral ook te intensiveren op een beperkter aantal plaatsen, wordt het mogelijk om hier een betere verbinding (hogere frequentie) aan te leggen door het verhogen van de vervoerswaarde. Belangrijk voor de voorzieningen is dat de verbindingen tussen de kernen onderling worden verbeterd, en niet uitsluitend de verbinding met buurgemeenten. Naast verbetering van het OV zet de gemeente Leudal in op het investeren in de aanleg van gerichte kwalitatief hoogstaande fietspaden die de belangrijkste woondorpen met de voorzieningenkernen verbinden. Tenslotte zorgt de gemeente Leudal voor een logische geleiding van de belangrijkste verkeers- en vervoersstromen op het interne routenetwerk.

Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal investeren in verkeersveilige en sociaal veilige fietsroutes van huis naar school en vice versa voor leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. De verkeersinfrastructuur moet hiervoor zoveel mogelijk overeenstemmen in vorm, functie en gebruik. Onderlinge conflicten tussen zwakke en sterke verkeersgebruikers in verkeersstromen worden zoveel mogelijk voorkomen, of worden ten minste gemarkeerd voor alle weggebruikers. Voor woongebieden en nabij voorzieningenclusters betekent dit een duurzaam veilige inrichting van de wegen met onder andere snelheidsremmende maatregelen die doorgaand verkeer weren. Tenslotte zal de gemeente Leudal bij het locatiebeleid van gemeentelijke voorzieningen verkeersveiligheid als een belangrijk criterium meewegen.

Ten aanzien van de leefbaarheid zorgt de gemeente Leudal er voor dat bij maatschappelijke voorzieningen voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn, zowel voor auto’s als voor fietsen. Daarnaast worden maatregelen genomen om foutparkeren te ontmoedigen in de woonwijken die in de nabije omgeving van een voorzieningencluster zijn gelegen. Om piekmomenten op te vangen worden kiss-and-ride voorzieningen aangelegd, zodat er geen filevorming ontstaat die de leefbaarheid in woonbuurten aantast.

Effectuering
Om de doelstellingen te realiseren zal de gemeente Leudal:

  • Overleg voeren met partijen om openbaar vervoerlijnen langs voorzieningenclusters te laten lopen en een optimale lijnvoering tussen Leudalse kernen te realiseren.
  • Voldoende volume ontwikkelen op de intensiveringspunten om zodoende een hogere vervoerswaarde voor het OV te bereiken; de gemeente Leudal heeft een inspanningsverplichting om ruimtelijke investeringen van derden hier naartoe te sturen. Realisatie van grote volumes op andere locaties gaat ten koste van de OV bereikbaarheid.
  • Een netwerk van ‘safe havens’ (OK-punten) faciliteren aan doorgaande school-thuis fietsroutes
  • Structureel budget reserveren op de begroting.

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.1.2   Woon-werk netwerk

Afstanden en modal split
De tijd dat het gebruikelijk was dat de werkplek in dezelfde plaats lag als de woning behoort definitief tot het verleden. Hetzelfde blijft echter de tijd die mensen maximaal kwijt willen zijn om te reizen van hun woning naar hun werk; mensen blijven maximaal één uur reizen om op hun werkplek te geraken. De gemeente Leudal wil het leefklimaat verbeteren door de bereikbaarheid van werkplekken te vergroten. Hoe meer werkplekken binnen één uur vanuit Leudal te bereiken zijn door verbeteringen aan de infrastructuur, hoe aantrekkelijker het wordt om in Leudal te wonen. Voor verplaatsingen over meer dan tien kilometer blijft de auto het dominante vervoersmiddel.

Ruimtelijk beleid
De gemeente Leudal zet in op het behouden en intensiveren van de huidige werklocaties binnen de gemeente en versterking van de kwaliteit daarvan.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid van de verschillende kernen binnen Leudal moet ketenvervoer (met als hoofdtransportmiddel openbaar vervoer) in een aantal gevallen een hoogwaardig en concurrerend alternatief gaan worden voor de auto. De gemeente zet in op het versterken van de samenhang tussen deze vervoerssystemen, onder andere door het ontwikkelen van vervoersknooppunten. Vanuit deze punten kunnen, in ieder geval in spitsperiodes, frequente en gerichte busverbindingen zorgen voor een goede aansluiting op Intercitystations in Weert en Roermond. De spitskwaliteit hoeft hierbij niet gelijk te zijn aan de dalkwaliteit, maar het OV moet wel betrouwbaar zijn. Ook wil de gemeente Leudal de voorzieningen ten aanzien van voor- en natransport verbeteren, bijvoorbeeld door het realiseren van goede fietsenstallingen en carpoolplaatsen. Met deze keuze voor andere vervoermiddelen wil de gemeente Leudal de eenzijdige druk op het wegennet in de spits verlichten. Waar nodig zullen knelpunten op het wegennet in spitsperiodes worden aangepakt, zodat de bereikbaarheid van werklocaties wordt gegarandeerd.

Ten aanzien van de veiligheid zal de gemeente Leudal inzetten op het verbeteren van de oversteekbaarheid van de grootste wegen die het grondgebied doorsnijden. Met name in de spitsperiodes is het belangrijk dat het langzame verkeer de mogelijkheid krijgt om zonder lange wachttijden wegen over te steken.

Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal negatieve spitseffecten binnen kernen voorkomen, maar wil dit niet ten koste laten gaan van de doorstroming op de hoofdwegen. Daarnaast zorgt een kwaliteitsslag in het openbaar vervoer voor een grotere mobiliteit voor met name jongeren (studenten) en ouderen. Bovendien zorgt de inzet van OV op piekmomenten voor aanzienlijk minder milieuvervuiling. Ten aanzien van de automobiliteit zorgt Leudal voor voldoende parkeerplaatsen in de woonomgeving.

Effectuering
Om de doelstellingen te realiseren stelt de gemeente Leudal de volgende randvoorwaarden:

  • Overleg voeren met partijen om frequentere openbaar vervoerlijnen te realiseren
  • Pas als duidelijk wordt dat de beïnvloeding van de spits met alternatieve vervoerswijzen geen structurele oplossing biedt, komt het bouwen van nieuwe infrastructuur in beeld
  • Door middel van nauwkeurige monitoring van verkeerssituaties zal de gemeente Leudal ernstige knelpunten in de wegstructuur tijdig signaleren en aanpakken
  • Structureel budget reserveren op de begroting

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.1.3   Goederennetwerk

Afstanden en modal split
Het goederenvervoer neemt in grote mate toe; deze groei manifesteert zich zowel op de weg als op het spoor en het water. Het goederenvervoer kent in grote mate een regionaal en (inter)nationaal karakter, over grote afstanden. De vervoerswijzekeuze lijkt in het goederenvervoer minder te worden beïnvloed door ruimtelijke ordening dan bij het personenvervoer het geval is. De bevoorrading van bedrijven in Leudal vindt alleen plaats over de weg (uitgezonderd de havenfaciliteiten). Omdat veel bedrijven steeds minder met voorraden werken, is er afhankelijk van de specifieke vraag vaak behoefte aan snelle levering in kleine hoeveelheden (just-in-time).

Ruimtelijk beleid
De gemeente Leudal zet in op het behouden en intensiveren van de huidige reguliere bedrijventerreinen binnen de gemeente en versterking van de kwaliteit daarvan. Daarnaast wil de gemeente Leudal kleinschalige bedrijvigheid in woonwijken en in vrijkomende agrarische bebouwing faciliteren.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid vindt de gemeente Leudal dat bedrijfsactiviteiten met omvangrijke goederenstromen een goede aansluiting moeten hebben op het provinciale of nationale hoofdwegennet, de N280, N273 en de A2. Door het gebruik van de bestaande bedrijventerreinen te intensiveren zal de verkeersstroom in volume toenemen. De gemeente wil dit faciliteren door de wegenstructuur nabij de aansluitingen met het hoofdwegennet te verbeteren. Ten aanzien van de kleinschalige bedrijvigheid streeft de gemeente naar een systeem van toelevering dat de overlast voor de omgeving en het dorpse wegennet beperkt.

Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal zorg dragen voor een veilige inrichting van kruisingen waar veel goederenvervoer over heen komt, zodat ernstige ongevallen kunnen worden voorkomen. Daarnaast zal de gemeente Leudal plannen voor bedrijfsontwikkelingen in het kader van verkeer en vervoer doorrekenen op effecten voor de externe veiligheid.

Ten aanzien van de leefbaarheid wil Leudal stimuleren dat de geleiding van goederenvervoer zoveel mogelijk buiten de kernen plaatsvindt, omdat met name het goederenvervoer een belangrijk aandeel heeft in negatieve leefbaarheidseffecten (geluid, luchtvervuiling). De regionale wegenstructuur zal zó aantrekkelijk moeten zijn dat het goederenvervoer vanzelf voor deze routes kiest en niet voor doorgaande wegen door de kernen. Leudal wil eveneens het parkeren van vrachtwagens goed regelen.

Effectuering
Om de doelstellingen te realiseren zal de gemeente Leudal:

  • Overleg voeren met hogere overheden; gezien het schaalniveau waarop veel goederenvervoer zich begeeft is samenwerking essentieel
  • Route-informatie en regelgeving (bv. ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen) baseren op de mobiliteitsdoelstellingen
  • Structureel budget reserveren op de begroting

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.2   Extra ontwikkelingen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur

Doel van het extra mobiliteitsbeleid
De gemeente Leudal ziet, naast het uitvoeren van de bij de basisverantwoordelijkheden genoemde netwerken, voor zichzelf ook een taak weggelegd ten aanzien van de andere mobiliteitsnetwerken. Maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen zijn de aanleiding voor aanpassingen aan deze structuren. Mobiliteitsbeleid ten aanzien van deze netwerken versterkt de afstemming van verkeer en vervoer met andere beleidsvelden.

De ambitie
Om de doelstelling waar te maken richt de gemeente Leudal zich daarbij op de volgende soorten mobiliteitsnetwerken:

  • Het regionaal-functioneel netwerk; omdat de gemeente Leudal haar verantwoordelijkheid wil nemen voor een goed functioneren van de regio Midden-Limburg.


  • Het recreatief-toeristisch netwerk; omdat de gemeente Leudal een goede woongemeente wil zijn moet er ook in de directe omgeving gerecreëerd kunnen worden. Daarnaast wil de gemeente ook toeristen mee laten delen in de landschappelijke kwaliteiten.


  • Het agrarisch netwerk; omdat door de schaalvergroting in de landbouw in de toekomst delen van de mobiliteitsstructuur niet meer aan de eisen voldoen.

Algemene beleidsuitgangspunten
De volgende algemene beleidsuitgangspunten gelden voor de gemeente Leudal bij het realiseren van de ambities:

  • Voor een goede mobiliteitsstructuur vindt de gemeente Leudal het van groot belang om bij de planvorming van bouwprojecten verkeersaspecten vroegtijdig te betrekken in de ontwikkeling
  • Maatregelen die in het kader van de ‘ambitie-netwerken’ worden genomen, mogen niet ten koste gaan van de netwerken waarvoor de gemeente Leudal een basisverantwoordelijkheid heeft
  • Voor de ‘ambitie-netwerken’ geldt dat de groei van de mobiliteit die zich hier voordoet op een duurzame manier moet worden opgevangen; dit houdt in dat de groei zich niet overal in de gemeente Leudal kan en mag voordoen. De groei moet worden opgevangen in gebieden met infrastructuur waar die groei zich op een duurzame manier kan voordoen: binnen de kaders voor leefbaarheid en omgevingskwaliteit

Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.2.1   Regionaal-functioneel netwerk

Afstanden en modal split
Op het regionale schaalniveau gaat het om af te leggen afstanden tussen de 30 en 50 kilometer. Op dit netwerk vindt slechts een klein deel van het totaal aantal verplaatsingen plaats; het gebruik van de auto overheerst hierbij. Door de ontwikkeling van grootschalige voorzieningen zoals grote winkelcentra, outlet-stores, megabioscopen en mediamarkten op regionaal niveau en een toenemende vrije tijd van burgers wordt een grote toename van verkeer op dit netwerk verwacht door de gemeente Leudal. Daarnaast is de trend zichtbaar dat ook voor de dagelijkse activiteiten (boodschappen, sport, onderwijs) het regionale schaalniveau steeds belangrijker wordt.

Ruimtelijk beleid
Grootschalige functionele voorzieningen worden geconcentreerd in de steden Weert en Roermond (Outlet). Langs snelwegen worden grote vrijetijdsvoorzieningen (Toverland, A67) gebouwd. Binnen de gemeente Leudal heeft alleen Proteion op Hornerheide een regiofunctie.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid van grootschalige voorzieningen is het in de visie van de gemeente Leudal ondoenlijk om te sturen op de vervoermiddelenkeuze; de gemeente accepteert dat de auto het dominante vervoermiddel is op het regionaal-functioneel schaalniveau. Leudal wil dit optimaal accommoderen door de aansluitingen van lokale wegen op de hoofdwegenstructuur te verbeteren. De gemeente Leudal wil tevens de doorstroming op de hoofdwegen verbeteren, zodat de reissnelheden en betrouwbaarheid van de reis worden gegarandeerd.

Ten aanzien van de veiligheid zal de gemeente Leudal zorg dragen voor een goede oversteekbaarheid van wegen voor voetgangers en fietsers, alsmede voor de scheiding van de verschillende vervoersstromen.

Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal zorgen dat het verkeer dat gebruik wil maken van regionale voorzieningen voornamelijk gebruik maakt van het hoofdwegennet, en niet van het lokale wegennet.

Effectuering
Om de doelstellingen te realiseren heeft en zal de gemeente Leudal:

  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met hogere overheden; gezien het schaalniveau waarop het verkeer zich begeeft is samenwerking essentieel
  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met buurgemeenten; ruimtelijke ontwikkelingen aldaar hebben gevolgen voor de mobiliteitsstructuur van Leudal
  • Structureel budget reserveren op de begroting

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.2.2   Recreatief-toeristisch netwerk

Afstanden en modal split
Recreanten en toeristen bewegen zich in plattelandsgebieden met hoge belevingswaarden (natuur, afwisselend landschap, cultuurhistorie) hoofdzakelijk al wandelend, met een paard of met de fiets. Daarbij worden, afhankelijk van de verplaatsingswijze, globaal afstanden tussen de 10 en 50 kilometer afgelegd. Deze bewegingswijzen gaan altijd samen met autogebruik, om aan het begin van een route te komen. Door de dubbele vergrijzing zal het gebruik van dit netwerk in de komende decennia toenemen.

Ruimtelijk beleid
De gemeente Leudal wil recreatief-toeristische ontwikkelingen in de Maaszone concentreren. Vanaf de Maas wil de gemeente Leudal landinwaarts (tot aan de boszone van het Leudal) een zone ontwikkelen voor verblijfsrecreatie en fiets- en wandelrecreanten.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid van het Leudalse fietspadennetwerk wil de gemeente Leudal dit netwerk uitbreiden en aan laten sluiten op lange afstand fietsroutes. Daarnaast wil de gemeente zorgen voor halteplaatsen van buslijnen op belangrijke plaatsen waar deze wandel- of fietsroutenetwerken kruisen. Ook wil de gemeente parkeerplaatsen aanleggen bij startpunten van toeristische routes. Tenslotte streeft de gemeente naar een hoge kwaliteit van de fietspaden, bijvoorbeeld door uitvoering van de verharding in asfalt.

Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal zorgen voor voldoende sociale controle op en rondom wandel- en fietspaden, zonder dat dit ten koste gaat van de rust in natuurgebieden. De gemeente wil hier invulling aan geven door kleinschalige horecagelegenheden rondom deze routes te faciliteren. Ten aanzien van de verkeersveiligheid wil de gemeente Leudal overzichtelijke kruisingen realiseren tussen het recreatieve netwerk en andere netwerken.

Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van de wandel- en fietspaden.

Effectuering
Om de doelstellingen te realiseren heeft en zal de gemeente Leudal:

  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met buurgemeenten; een wandel- en fietsroutenetwerk is grensoverschrijdend
  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met partijen uit de recreatieve en toeristische sector
  • Planologische en stedenbouwkundige condities creëren voor vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige horecaondernemingen die het netwerk versterken
  • Structureel budget reserveren op de begroting

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.2.3   Agrarisch netwerk

Afstanden en modal split
Landbouwvoertuigen zijn in principe niet ontworpen voor verkeersdeelname, maar voor het verrichten van werkzaamheden op landbouwgronden. Als gevolg van de geografische spreiding van die gronden en de aard van het wegennet maken landbouwvoertuigen gelijktijdig met ander verkeer gebruik van de openbare weg. De gemiddelde afstand die wordt afgelegd bedraagt veelal niet meer dan 20 kilometer. Door de schaalvergroting in de landbouw worden ook landbouwvoertuigen (van loonwerkers) steeds massaler. Dit kan leiden tot verkeersonveilige situaties, slechtere doorstroming door de lage snelheden en schade aan (zijkanten van) wegverhardingen.

Ruimtelijk beleid
De gemeente Leudal wijst geen landbouwontwikkelingsgebieden aan, maar levert zo veel mogelijk maatwerk aan de in de gemeente gevestigde agrarische ondernemers.

Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de bereikbaarheid van Leudal wil de gemeente de doorstroming op het hoofdwegennet bevorderen; op deze wegen wil de gemeente landbouwverkeer zoveel mogelijk weren. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor alternatieve routes op het onderliggende wegennet. De gemeente Leudal stelt de volgende randvoorwaarden voor de alternatieve routes om nieuwe knelpunten te voorkomen:

  • De route moet de herkomsten en bestemmingen voor het landbouwverkeer waarborgen; met andere woorden, de bestemming van landbouwverkeer moet voor landbouwverkeer bereikbaar blijven
  • De route mag geen grote omrijfactor hebben

Ten aanzien van de veiligheid vindt de gemeente Leudal dat als er meerdere alternatieve routes beschikbaar zijn, eerst de routes buiten de bebouwde kommen van de kernen afgewogen moeten worden, omdat hier minder potentiële conflictpunten zijn. Waar een alternatieve route voor landbouwverkeer samenvalt met fietsroutes wil de gemeente Leudal overgaan tot scheiding van de verkeerssoorten.

Ten aanzien van de leefbaarheid van de zestien kernen van Leudal wil de gemeente de trillingshinder en de geluidshinder van landbouwvoertuigen tegengaan omdat deze zorgen voor de grootste negatieve leefbaarheidseffecten. Aandachtspunten hiervoor zijn het verminderen van verticale snelheidsremmende maatregelen nabij woningen (zoals drempels) ten gunste van horizontale snelheidsremmers (wegversmallingen).

Effectuering 
Om de doelstellingen te realiseren heeft en zal de gemeente Leudal:

  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met buurgemeenten; een netwerk van agrarische routes is grensoverschrijdend
  • Een inspanningsverplichting om overleg te voeren met de provincie Limburg, want de provincie is de beheerder van een groot deel van het wegennet

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.



6.3   Benutten van kansen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur

Doel van het kansenbeleid
De gemeente Leudal is nadrukkelijk niet alleen verantwoordelijk voor het aanbieden van een goede mobiliteitsstructuur. Alle gebruikers en beheerders van weg, water en spoor zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van de structuur. Initiatieven van andere overheden en afkomstig uit de markt die passen binnen de gestelde visie op de verschillende mobiliteitsnetwerken (in relatie tot andere beleidsvelden), zal de gemeente Leudal faciliteren of in publiek-private samenwerkingsverbanden gezamenlijk oppakken.

Ontwikkelingen die “moeten kunnen”
Kansen zijn er binnen de gemeente Leudal voor het uitvoeren van grootschalige infrastructurele projecten, zoals een light-rail verbinding over spoor Roermond-Weert. De gemeente Leudal staat ook open voor ontwikkelingen op en rond de Maas (recreatie of goederenvervoer).

Reactivering van de IJzeren Rijn wordt in eerste instantie als een bedreiging en ongewenste ontwikkeling gezien. De reactivering op het grondgebied van Leudal kan namelijk leiden tot een grote druk op omgeving en tot een barrierwerking. De uiteindelijke tracékeuze voor de IJzeren Rijn zal op basis van een Milieu-effectenonderzoek en maatschappelijke kosten-batenanalyse voor het dienen plaats te vinden. De gemeente Leudal wil alleen meewerken aan het initiatief wanneer aan de onderstaande algemene beleidsuitgangspunten wordt voldaan.

Algemene beleidsuitgangspunten
In beginsel wil de gemeente Leudal meewerken aan c.q. faciliteren van alle initiatieven die leiden tot verbetering van de bereikbaarheid, veiligheid of leefbaarheid in Leudal. Voor de grote infrastructurele projecten worden daarbij de volgende aanvullende criteria gesteld:

  • Grote projecten dragen nadrukkelijk bij aan de mobiliteitsdoelstellingen van één of meer van de onderscheiden netwerken.
  • Grote projecten hebben niet alleen een meerwaarde voor Leudal op infrastructureel vlak, maar ook op het vlak van omgevingskwaliteit. Er dient duidelijk sprake te zijn van een plus, niet enkel van mitigerende maatregelen.
  • Initiatieven ten aanzien van nieuwe tracés worden beoordeeld op mate van barrièrewerking en doorsnijding van ruimtelijke eenheden.
  • Initiatieven die leiden tot verbetering van bereikbaarheid, veiligheid of leefbaarheid dienen niet in grote mate ten koste te gaan van één van de andere componenten.

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.

Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:



6.4   Ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur voorkomen

Doel van het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen
De gemeente Leudal wil in de komende jaren de ruimtelijke verantwoordelijkheden, ambities en kansen vorm gaan geven; dit zal gaan leiden tot een groei van het personen- en goederenvervoer. Wanneer de gemeente deze groei zonder enige regie tot stand laat komen, bestaat het risico dat Leudal in de toekomst niet alleen minder bereikbaar, maar ook minder leefbaar of veilig wordt. Leefbaarheid en veiligheid stellen in de visie van de gemeente Leudal dus voorwaarden aan de mobiliteitsgroei; de bedreigingen bevinden zich op het vlak van schending van deze voorwaarden.

Bedreigingen
Bedreigingen die zich concreet voordoen zijn:

  • Toename van geluidshinder, bijvoorbeeld door vrachtwagens en combines
  • Verslechtering van de luchtkwaliteit
  • Ruimtedruk en doorsnijding, bijvoorbeeld door parkeerdruk door vrachtwagens in kernen en scheiding van leefgebieden van mens en dier door grootschalige infrastructuur
  • Verslechtering verkeersveiligheid, bijvoorbeeld door onoverzichtelijke kruispunten
  • Verslechtering sociale veiligheid, bijvoorbeeld door een slechte verlichting van looproutes naar bushaltes en fietsroutes, vervuiling en verpaupering
  • Verslechtering externe veiligheid (als er gevaarlijke stoffen worden vervoerd)

Algemene beleidsuitgangspunten
De gemeente Leudal wil zoveel mogelijk voorkomen dat aspecten waar zij wel invloed op kan uitoefenen, ongewild van negatieve invloed zijn op de (effecten van de) mobiliteitsstructuur. De gemeente wil dit bereiken door:

  • Bij het ontwerpen van nieuwe verkeersstructuren rekening te houden met huidige en mogelijk toekomstige knelpunten
  • Bij nieuwe planvorming vroegtijdig aandacht te besteden aan de verkeersaantrekkende werking en parkeereisen

Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie.

De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie.

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s.

Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:



7   Uitvoeringsparagraaf

De structuurvisie geeft aan welk beleid de gemeente voert ten aanzien van wonen, voorzieningen, werken, omgevingskwaliteit en mobiliteit. Het gaat het om basisverplichtingen en ambities die de gemeente wil waarmaken, maar ook om de regie op initiatieven van derden en het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen.
De structuurvisie is een bestuursverantwoordelijkheid. Het gemeentebestuur verplicht zichzelf naar deze structuurvisie te handelen, maar de structuurvisie bevat geen verplichtingen naar burgers. Burgers mogen verwachten dat het bestuur bij verzoeken en vragen van de burger haar antwoord zal baseren op de beleidsuitspraken in deze structuurvisie.

Concreet zal de gemeente om haar beleid te realiseren de volgende instrumenten inzetten:

 



7.1   Proces instrumenten

Proces instrumenten zeggen iets over de inspanningen die de gemeente Leudal voornemens is te doen om haar beleid operationeel te maken. Het gaat om de activiteiten gericht op:

  • een goede afstemming van beleidsontwikkelingen, om maximale win-win situaties te bereiken
  • nadere uitwerking van beleid, om beleid op hoofdlijnen te operationaliseren
  • de wijze waarop de gemeente bij de verdere beleidsuitwerking wil omgaan met andere partijen, zoals overleg en communicatietrajecten
  • proces- en procedureafspraken

Afstemming van beleid

In deze structuurvisie is het beleid sectoraal geordend. Daardoor kan de indruk worden gewekt dat weinig aandacht is voor de onderlinge afstemming van beleid. Bij het formuleren van de verschillende beleidskeuzen in de structuurvisie heeft de gemeente Leudal de onderlinge afstemming impliciet meegenomen.

De gemeente streeft op alle punten waar mogelijk een optimale beleidsafstemming na.
Bij concrete (sectorale) beleidsuitwerkingen zal worden aangegeven wat de relatie is van dit beleid met de andere beleidsvelden uit de structuurvisie. Afstemming van beleid vindt ook plaats op regionaal, provinciaal en rijksniveau. De gemeente zet in op een actieve inbreng in de beleidsvorming binnen Midden-Limburg en met andere overheden.

Nadere uitwerking van beleid

Deze structuurvisie richt zich op de hoofdlijnen van beleid. De strategische beleidskeuzen zullen verder uitgewerkt worden in tactisch en operationeel beleid. Dit tactisch en operationele beleid zal de de concrete beleidsacties voor de komende periode omvatten. Daar hoort ook monitoring van de doorwerking van het beleid bij om te bewaken of de beoogde doelen daadwerkelijk worden bereikt. Uit de monitoring kan blijken dat de structuurvisie op zeker moment op onderdelen moet worden herzien, omdat het gekozen beleid niet effectief blijkt, of omdat verwachte ontwikkelingen een andere wending hebben gekregen.

Het college zal jaarlijks een voortgangsrapportage over de uitvoering van het beleid van de structuurvisie aan de gemeenteraad aanbieden.

Omgaan met andere partijen

In de structuurvisie gaat de gemeente er nadrukkelijk van uit dat zij in veel situaties (mede) afhankelijk is van andere partijen om haar beleidsdoelen te kunnen effectueren.

De gemeente kiest ervoor om met de maatschappelijke groeperingen regelmatig de dialoog op te zoeken over het beleid en de effectuering van het beleid.

Proces- en procedureafspraken

De structuurvisie van de gemeente Leudal is opgesteld vanuit het besef dat veel van de beleidsontwikkelingen zullen worden ingevuld vanuit initiatieven van derden. In de structuurvisie heeft de gemeente voor haar belangrijke beleidsaspecten aangegeven wat voor haar belangrijke aandachtspunten zijn bij de beoordeling van initiatieven van derden. Deze aandachtspunten en randvoorwaarden vormen voor de gemeente het kader voor de beoordeling van initiatieven.

Bij het afwegen van initiatieven van derden hanteert de gemeente het volgende procesprincipe:

  • het initiatief wordt eerst beoordeeld op haar betekenis voor de gemeente Leudal;
  • het initiatief wordt vervolgens beoordeeld op de mate waarin het voldoet, of bijdraagt aan de in de structuurvisie benoemde aandachtspunten;
  • vervolgens wordt beoordeeld of de locatie voldoende geschikt is voor het initiatief;
  • tenslotte wordt beoordeeld of de concrete invulling van de locatie voldoende bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de locatie en van de directe omgeving;

Als dit proces met succes is doorlopen en de gemeente besluit tot medewerking aan een initiatief, zal de gemeente het publiekrechtelijk traject ingaan dat realisatie van het initiatief mogelijk moet maken, met alle daaraan verbonden procedures.



7.2   Juridische instrumenten

Het inzetten van juridische instrumenten stelt de gemeente in staat publiekrechtelijk en privaatrechtelijke sturing te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Deze instrumenten vertalen het beleid in concrete rechten en plichten. Publiekrechtelijke instrumenten zijn primair de instrumenetn uit de Wro, zoals het bestemmingsplan en het projectbesluit en het daarmee samenhangende exploitatieplan, maar ook voorbereidingsbesluit en het toepassen van de Wet Voorkeursrecht Gemeente. Privaatrechtelijke instrumenten zijn de overeenkomsten tussen de gemeente en derden, waarbij wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd, zoals een realisatieovereenkomst, een exploitatieovereenkomst en een prestatieovereenkomst met een woningbouwcorporatie.

Publiekrechtelijke instrumenten

 De gemeente Leudal wil juridisch in staat zijn om bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, indien dit echt noodzakelijk is, nee te kunnen zeggen. Ze kiest er daarom voor om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meer rechtstreeks te regelen in haar reguliere bestemmingsplannen voor woon- en werkgebieden en het buitengebied. Zij maakt deze keuze omdat, als bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden in een bestemmingsplan zijn vastgelegd, de eigenaar het recht heeft deze ook te realiseren. De gemeente kan deze ontwikkelingen dan niet meer verbieden. De gemeente maakt een uitzondering op deze keuze voor ontwikkelingen die bij het in procedure brengen van een nieuw regulier bestemmingsplan reeds voldoende concreet zijn, waarvan de daarbij horende rechten en plichten bekend zijn en waar deze indien noodzakelijk in een anterieure overeenkomst zijn verankerd.

De gemeente streeft er naar om bij nieuwe initiatieven die passen binnen de beleidskaders van deze structuurvisie eerst, via de privaatrechtelijke lijn, de ontwikkelcondities vast te leggen. Vervolgens zullen de ontwikkelmogelijkheden ook publiekrechtelijk  worden verankerd in een gerichte bestemmingsplanherziening op maat.

Vanuit haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheid draagt de gemeente er zorg voor dat de huidige functionele en ruimtelijke situatie op een uniforme wijze, gemeentedekkend in actuele bestemmingsplannen wordt vastgelegd. Uitgangspunt daarbij is een goede publieke rechtsgelijkheid en rechtszekerheid voor alle burgers, ondernemers en instellingen binnen de gemeente.

Klik hier voor de actualisering van de bestemmingsplannen.

Privaatrechtelijke instrumenten

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die plaatsvinden in de kernen streeft de gemeente ernaar om via actieve grondpolitiek zelf realisatieverantwoordelijkheid te nemen. Het in eigendom verwerven van een locatie vormt het sterkste regie-instrument om de gewenste ontwikkeling ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Maar ontwikkelingen in de kernen zullen in de nabije toekomst meer en meer plaatsvinden in de vorm van herstructurering en herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied. Indien in actieve grondpolitiek daarbij niet mogelijk is, of voor een goede ontwikkeling niet noodzakelijk is, zal de gemeente via een privaatrechtelijke overeenkomst zorg dragen dat realisatie van haar belangen wordt veiliggesteld.

In het buitengebied zal, nog meer dan in de kernen sprake zijn van individuele herontwikkeling van bestaande onroerend goed locaties. De gemeente streeft ernaar om bij deze ontwikkeling door een derde, met de betreffende partij(en) privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten. (Intentieovereenkomst, realisatieovereenkomst, exploitatieovereenkomst) om de beoogde gemeentelijke doelen, de gewenste kwaliteiten en het noodzakelijke kostenverhaal veilig te stellen. Indien door omstandigheden een privaatrechtelijke overeenkomst niet haalbaar blijkt, maar de gemeente de realisatie publiekrechtelijk toch mogelijk wil maken, zal zij de realisatiedoelen verankeren via de publiekrechtelijke weg in een exploitatieplan dat samen met het bestemmingsplan wordt vastgesteld.



7.3   Financiële instrumenten

De gemeentelijke beleidsdoelstellingen vragen om substantiële financiële inspanningen. Deels zullen deze financiële inspanningen samengaan met opbrengsten via de grondexploitatie (Ontwikkelingsprojecten). Voor een nieuw woongebied moeten kosten worden gemaakt (verwerving, bouwrijpmaken, aanleg van wegen, groen e.d.), maar daar staan ook opbrengsten tegenover (de verkoop van kavels). Bij andere projecten is alleen sprake van kosten, bijvoorbeeld bij de realisatie van de buitenring (Investeringsprojecten). Investeringsprojecten kunnen noodzakelijk zijn om ontwikkelingsprojecten mogelijk te maken. In die situatie kan een deel van de kosten van een investeringsproject op basis van de Grexwet worden verhaald op dat ontwikkelingsproject (Kostenverhaal).

Voor de totale financiering van het beleid dat de gemeente in deze structuurvisie heeft vastgelegd kunnen in beginsel de volgende mogelijkheden worden ingezet:

  • financiering via een gemeentelijke grond- en/of gebouwenexploitatie
  • financiering door het aangaan van een PPS (publiek private samenwerking)
  • financiering via kostenverhaal op derden die door een ontwikkeling nieuwe bouwrechten verwerven
  • extra financiële bijdragen van derden op basis van een anterieure overeenkomst
  • subsidies en bijdragen van andere overheden en semi-overheden
  • vanuit de algemene middelen via de gemeentebegroting

Ontwikkelingen en investeringen

De gemeente Leudal streeft voor de volgende projecten naar een maximale financiële regie door middel van een gemeentelijke grondexploitatie of door middel van een PPS:

  • PM

De gemeente Leudal streeft naar een actieve financiële participatie in de grondexploitatie van:

  • PM

De gemeente Leudal  voorziet de volgende investeringsprojecten waar geen exploitatieresultaten tegenover staan:

  • PM

Prioriteit bij gemeentelijke grondexploitatie

De gemeente streeft er naar om, daar waar mogelijk, ontwikkelingen te realiseren via een gemeentelijke grondexploitatie, al dan niet in samenwerking met een of meerdere private partijen. Uiteraard zal ze daarbij zo optimaal mogelijk gebruik maken van de extra financiële middelen die andere overheden en semi-overheden via subsidiemogelijkheden en bijdrageregelingen beschikbaar stellen.

Indien de gemeente niet in staat is een ontwikkeling te realiseren via een (gedeeltelijk) gemeentelijke grondexploitatie zal zij de mogelijkheden van het wettelijk verplicht kostenverhaal maximaal inzetten. Waar mogelijk zal ze daarbovenop via anterieure overeenkomsten extra financiële bijdragen proberen veilig te stellen.

Naast deze vormen van financiering zal de gemeente ook uit haar algemene middelen bijdragen moeten vrijmaken om een aantal door de gemeente als noodzakelijk beschouwde ontwikkelingen ook daadwerkelijk te realiseren.

Kostenverhaal

De Grondexploitatiewet verplicht de gemeente alle kosten en investeringen die de gemeente moet maken om planontwikkeling mogelijk te maken te verhalen op derden die door de planontwikkeling nieuwe bouwrechten krijgen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in:

  • de gebiedseigen kosten (de kosten die nodig zijn om het gebied bouwrijp te maken, inclusief inrichting en plan- en procedure kosten);
  • bovenwijkse voorzieningen (kosten die nodig zijn om het gebied bouwrijp te maken, inclusief inrichting en plan- en procedure kosten, maar die over meerdere plannen kunnen worden verdeeld);
  • bovenplanse verevening (verevenen van een negatief planexploitatie van een plan door een bijdrage uit een plan met een positief planexploitatieresultaat);
  • bijdrage ruimtelijke ontwikkeling (financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen elders in de gemeente die een kwalitatieve meerwaarde hebben voor het plan).

De omvang van de te verhalen kosten zal door de gemeente Leudal worden  vastgelegd in een Nota Grondbeleid. In de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) is exact bepaald welke kostensoorten als gebiedseigenkosten of als bovenwijkse voorziening mogen worden verhaald. Wettelijk verplicht kostenverhaal kan niet worden toegepast voor ontwikkelingen waarvan de bestemmingsplanprocedure nog onder de oude WRO valt.

Bovenplanse verevening

Bovenplanse verevening zal plaatsvinden via fondsvorming. In deze structuurvisie is de aard van de bestedingen vastgelegd die ten laste kunnen komen van deze fondsen. Het totaal aan ontwikkelprojecten moet er voor zorgen dat de gemeente Leudal een goede woon-, werk-, en recreatiegemeente is en blijft. De ontwikkelcondities en programmamogelijkheden daarvoor kunnen per project sterk verschillen. Daardoor zullen sommige projecten een negatief planresultaat hebben, terwijl andere locaties daardoor een (extra) positief resultaat kunnen hebben. Bij voorkeur wil de gemeente dergelijke ontwikkelingen binnen één exploitatieplan onderbrengen. In praktijk blijkt dat organisatorisch en procedureeel meestal niet haalbaar. De gemeente Leudal wil daarom, wanneer daarvoor aanleiding is, positieve en negatieve grondexploitatie resultaten tussen plannen met een duidelijk onderlinge relatie met elkaar kunnen verevenen. De gemeente zal daarvoor, indien daar aanleiding voor is, vereveningsfondsen instellen. De in te stellen fondsen zullen de volgende vereveningsdoelen dienen:

Fonds bovenplanse verevening sanering woningvoorraad

Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij niet-meer courante woningen aan de woningvoorraad worden onttrokken. Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per nieuw te realiseren woning in plannen met een positief planexploitatie-resultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit.

Fonds bovenplanse verevening sanering solitaire bedrijfslocaties

Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij de bedrijfsfunctie van niet-agrarische solitaire bedrijfslocaties in een kern, of in het buitengebied wordt gesaneerd of voor niet bedrijfsmatige doeleinden wordt herontwikkeld.   Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per m2 nieuw uit te geven bedrijventerrein met een positief planexploitatie-resultaat en per m2 nieuw te realiseren functie of per woning voor solitaire herontwikkellocaties met een positief planexploitatieresultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit.

Fonds bovenplanse verevening landschapsversterking

Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij functionele ontwikkelingen in het buitengebied samengaan met versterking van de landschapsstructuur in het betreffende gebied.   Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per m2 nieuw te realiseren functie of per woning voor ontwikkellocaties in het buitengebied met een positief planexploitatieresultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit.

Bijdrage Ruimtelijke ontwikkeling

De gemeente Leudal wil, op basis van deze structuurvisie, ook investeringen doen die bijdragen aan een algemene verbetering van de woon-, leef-, en werkkwaliteiten van de gemeente. Deze investeringen hebben daarmee een positieve uitwerking op de waarde van bestaand, maar ook op de marktwaarde van nieuw te realiseren onroerend goed. De gemeente vindt het daarom gerechtvaardigd om bij het aangaan van een anterieure overeenkomst inzake de grondexploitatie ook een financiële bijdrage te vragen  ten behoeve van deze gemeentelijke investeringen.

Concreet betreft het de volgende investeringen:

  • PM

De omvang en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit, dat gebaseerd zal zijn op de handreikingen uit het door de provincie Limburg hiervoor aangereikte Limburgs Kwaliteitsmenu.

Subsidies en bijdragen van andere overheden en semi-overheden

Een aantal ontwikkelingen kunnen niet worden gerealiseerd zonder substantiële steun van andere overheden. Concreet betreft het de volgende projecten:

  • PM

Inzet Algemene Middelen Gemeentebegroting

In haar meerjarenbegroting zal de gemeente Leudal aangeven welke financiële speelruimte zij kan vrijmaken om gewenste ontwikkelingen binnen de betreffende begrotingsperiode te kunnen realiseren. De bestaande begrotingssystematiek staat de gemeente niet toe voor de langere termijn reeds reserveringen en investeringen te benoemen, zonder dat daar concrete besluiten en dekkingsmiddelen aan ten grondslag liggen.

De gemeente beschouwd de inzet van algemene middelen als sluitstuk van de financiering nadat de financiële randvoorwaarden van een project zijn geoptimaliseerd en alle andere financieringsmiddelen zijn ingezet. De financiële speelruimte van de gemeente Leudal heeft niet de omvang dat structurele meerjarige verplichtingen met grote financiële risico's binnen de speelruimte van de begroting kunnen worden opgevangen.

 



8   Gebiedsbeschrijvingen

Op de structuurvisiekaart zijn diverse gebieden aangegeven. Deze gebieden hebben ieder een eigen typologie. Onderscheid kan gemaakt worden in de dorpen, de werkgebieden en het buitengebied.



8.1   Dorpen

Leudal bestaat uit 16 kernen, gelegen in een fraai buitengebied. De 16 kernen zijn in drie verschillende typen onder te verdelen: Centrumkern, Autonome kernen en de Agrarische dorpen.



8.1.1   Centrumkern

De centrumkern van Leudal is Heythuysen. Het is de grootste kern van Leudal, met ook de meeste voorzieningen. Veel kernen in Leudal zijn voor één of meer voorzieningen dan ook aangewezen op de centrumkern.

De positie van Heythuysen als centrumkern is ook het uitgangspunt in deze structuurvisie. Dit betekent ondermeer dat ontwikkeling van grootschalige (commerciele) voorzieningen in de centrumkern als meest kansrijk worden gezien.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.1.2   Autonome kernen

De autonome kernen bestaan uit de dorpen Roggel, Neer, Haelen, Horn en Ittervoort. De kernen hebben zowel qua bevolkingsomvang als voorzieningenniveau niet de omvang van centrumkern Heythuysen.

De omvang van de kernen is echter dusdanig, dat er wel een basisvoorzieningenniveau aanwezig is. Voor de dagelijkse voorzieningen hoeven de inwoners de dorpen niet uit. Incidenteel zijn er in de dorpen grotere voorzieningen gelegen (zoals een middelbare school in Horn) maar in de volle breedte missen de dorpen de grotere (commerciele) voorzieningen zoals deze wel in de centrumkern gelegen zijn.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.1.3   Agrarische dorpen

De dorpen Heibloem, Nunhem, Buggenum, Grathem, Baexem, Kelpen-Oler, Ell, Haler, Hunsel en Neeritter, zijn te typeren als 'agrarische dorpen'. De dorpen hebben een sterk agrarisch verleden en ook nu nog zijn er nog veel banden met het omliggende agrarisch gebied.

Het voorzieningenniveau is in deze dorpen beperkt. Baexem vormt hierop een uitzondering, met een voorzieningnniveau van gelijke orde als binnen de autonome dorpen. De 'agrarische dorpen' zijn in feite woondorpen, met de nadruk op 'goed wonen'.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.2   Werkgebieden en recreatief cluster

Op de structuurvisiekaart zijn 2 soorten werkgebieden aangegeven: de bedrijventerreinen, verspreid door de gemeente en het recreatief cluster 'De Leistert', even buiten Roggel.



8.2.1   Werkgebieden

De gemeente Leudal heeft 12 bedrijventerreinen varierend in grootte, ligging en dynamiek. Een aantal kernen, zoals Grathem, Heythuysen en Baexem beschikken over relatief kleine bedrijventerreinen, dicht bij de woonbebouwing. Daarnaast zijn er in de gemeente ook een aantal grote terreinen gelegen, zoals Zevenellen en Windmolenbos bij Haelen.

In Hornerheide is een zorgcluster gelegen (Proteion) dat functioneert op een bovenregionaal niveau. De zorg biedt hoog gekwalificeerde werkgelegenheid die van grote betekenis is voor de differentiatie in de beroepsbevolking van de gemeente.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.2.2   Recreatief cluster

Ten noorden van Roggel is het toeristisch-recreatieve cluster De Leistert gelegen. Op deze locatie is een modern recreatiepark gelegen. Nieuwe toeristisch-recreatieve ontwikkelingen zullen met name rond De Leistert en in de Maaszone en de Bos- en beekzone plaats dienen te vinden.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.3   Buitengebied

De gemeentelijk Leudal is als parel in het groen gelegen in een afwisseld en dynamisch buitengebied. Het buitengebied wordt gekenmerkt door kleinschaligheid met grote natuurlijke kwaliteiten, zoals het Leudal en de Maas. Daarnaast is ook de moderne grootschalige landbouw in bepaalde gebieden vertegenwoordigd.

De kwaliteiten van en (toekomstige) functies binnen het buitengebied leiden tot een zonering in vier delen: Maaszone, Bos- en beekzone, Moderne landbouwzone en Kleinschalig Cultuurlandschap.



8.3.1   Maaszone

De Maaszone is het gebied gelegen tussen de Napoleonsweg (N273) en de Maas. Het gebied wordt gekarakteriseerd door een grote afwisseling en kleinschaligheid. Een aantal aantrekkelijke dorpen ligging in of aansluitend aan deze zone.

Het gebied heeft, gelegen tussen Leudal en Maas, een groot toeristisch-recreatief potentieel. Ontwikkeling van 'Mooie Maas' rond Neer past dan ook goed in het plaatje voor het gebied.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.3.2   Bos- en beekzone

De belangrijkste natuur- en groenstructuren van de gemeente Leudal zijn in de Bos- en beekzone gelegen. De grote bos- en natuurgebieden, zoals het Leudal, maar ook de voor de gemeente kenmerkende beken (zoals de Tungelroysebeek) maken deel uit van deze zone.

De landschappelijk en natuurlijke waarden van het gebied zijn groot en bieden kansen voor natuurbehoud en -ontwikkeling maar ook voor recreatie en toerisme. De omgevingskwaliteiten blijven hier ontegenzeggelijk voorop staan.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.3.3   Moderne landbouwzone

De agrarische sector is van groot belang voor de gemeente Leudal. In een deel van de gemeente, gelegen in een schil van zuidwesten naar noorden, is de moderne landbouw sterk aanwezig. Hier wordt in beperkte mate ook ruimte geboden voor groei. Naast de moderne landbouw is in het gebied in diverse gebieden het kleinschalige karakter behouden gebleven. Veel agrarische dorpen zijn binnen deze zone gelegen.

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:



8.3.4   Kleinschalig cultuurlandschap

Een groot deel van het buitengebied van de gemeente Leudal wordt gekenmerkt als kleinschalig cultuurlandschap. Het is een afwisseld gebied met een veelheid van functies en landschapstypen. In deze zone zijn nog veel kleinschalige landschapselementen gelegen. De autonome dorpen en de centrumkern zijn veelal in dit gebied gelegen.  

Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: