6   Mobiliteit
 

Beleid op hoofdlijnen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur

Centraal uitgangspunt voor de gemeente Leudal is het aanbieden van een prettig woon- en leefklimaat aan de inwoners. Veel randvoorwaarden daarvoor zijn op dit moment al aanwezig. De gemeente wil deze graag behouden en waar mogelijk versterken. Een optimale mobiliteit voor haar inwoners is daarin een essentiële component. Binnen de mobiliteitsaanpak maakt de gemeente Leudal keuzes in een spanningsveld tussen het optimaliseren van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid.

Inwoners zien de gemeente Leudal als een behoorlijk bereikbaar gebied om in te leven, zeker in vergelijking met andere plattelandsgebieden. De nabijheid van grotere kernen als Weert en Roermond zorgt voor een relatief goed aanbod aan infrastructuur in de gemeente Leudal; zo doorsnijden onder andere de A2, N280 en de N273 de gemeente. Wat nu een goede mate van bereikbaarheid is, is echter niet eenvoudig te formuleren. Ook begrippen als verkeersveiligheid of leefbaarheid kennen een grote mate van subjectieve invulling. Als deze begrippen een mate van kwaliteit zouden duiden, dan zal eenieder deze begrippen een andere definitie en waardering geven.

De gemeente Leudal hanteert als vertrekpunt dat de gebruiker van het mobiliteitssysteem bepaalt of de locaties bereikbaar zijn, de infrastructuur verkeersveilig is en of dit al dan niet ten koste gaat van de leefbaarheid. De beoordeling hangt hierbij niet alleen af van de vraag of de gebruiker is aangekomen op de eindbestemming, maar ook de moeite die daarvoor gedaan moest worden. gebruiker bestaat daarbij niet. Afhankelijk van het type gebruiker en het type verplaatsing treedt er een andere gebruikswaarde op. De gebruikswaarde wordt door de gemeente bepaald aan de hand van drie indicatoren:

  • Het motief, waarom men reist;
  • De gebiedsniveaus waarop men zich verplaatst;
  • Het vervoersmiddel dat wordt gebruikt.

Om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren worden gebruikers aan de hand van de drie indicatoren samengevoegd tot zogenoemde gebruikersgroepen. Iedere gebruikersgroep, waar inwoners wisselend per etmaal toe kunnen behoren, maakt gebruik van een specifiek soort netwerk. De volgende netwerken worden door de gemeente Leudal onderscheiden: een sociaal-maatschappelijk netwerk, woon-werk netwerk, goederennetwerk, recreatief-toeristisch netwerk, agrarisch netwerk en een regionaal-functioneel netwerk.

Al deze gebruiksnetwerken maken gebruik van hetzelfde aanbod aan infrastructuur. Per netwerk worden hier wel andere eisen aan gesteld. Gestelde beleidsdoelen kunnen elkaar overlappen voor bepaalde delen van de infrastructuur. Een afweging hiertussen of cumulatie hiervan wordt weergegeven in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.

De gemeente Leudal geeft prioriteit aan mobiliteitsbeïnvloeding. Op de lange termijn sorteert dat het meeste effect voor de gemeente Leudal. Naast beïnvloeding van het mobiliteitsgedrag (o.a. modal shift) zet de gemeente Leudal ook in op het beter benutten van de infrastructuurcapaciteit en tenslotte op het bouwen van nieuwe infrastructuur binnen de gestelde voorwaarden ten aanzien van de omgevingskwaliteit.

Het beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota's.