Bestemmingsplan "Kom Schaijk"
3.3 Indeling van de voorschriften

De bestemmingsplanvoorschriften zijn verdeeld over een aantal hoofdstukken. Deze indeling is als volgt:

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
Dit hoofdstuk bevat alle bepalingen die nodig zijn om de overige voorschriften goed te kunnen hanteren. De inleidende voorschriften omvatten de volgende bepalingen:

  • begripsbepalingen
    Begrippen die in de andere hoofdstukken worden gebruikt en die uitleg behoeven worden in dit artikel uitgelegd.
  • wijze van meten en berekenen
    Dit artikel bevat alle technische regelingen over het bepalen van oppervlaktes, hoogtes, dieptes, breedtes, etc.
  • overige toepassingen
    In dit artikel zijn algemene bepalingen over bouwen opgenomen, te weten de anti-dubbeltelbepaling en bepalingen over ondergrondse (bouw)werken.

Hoofdstuk 2: Bestemmingen
Dit hoofdstuk is het hart van de voorschriften. Het bevat de bepalingen die van toepassing zijn op de in het plan opgenomen bestemmingen. Het stramien van de artikelen met daarin de bestemmingsvoorschriften ziet er als volgt uit:

  • algemene doeleinden
    De functies c.q. doeleinden die binnen een bestemming zijn toegelaten worden in de algemene doeleindenomschrijving opgesomd.
  • specifieke doeleinden
    De specifieke doeleindenregeling geldt uitsluitend voor de met een aanduiding op de plankaart aangegeven locaties. Een voorbeeld hiervan is de aanduiding bedrijfswoningen binnen de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden -B-'.
  • strijdig gebruik
    In dit onderdeel van de bestemmingsregeling wordt aangegeven welke vormen van gebruik in ieder geval strijdig zijn met de bestemming. Deze bepaling geeft enkel en alleen de gebruiksvormen weer, waarvan uit de doeleindenomschrijving niet rechtstreeks is op te maken dat zij binnen een bepaalde bestemming niet zijn toegestaan.
  • bouwvoorschriften
    De bouwvoorschriften bevatten de maatvoerings- en situeringeisen die gesteld worden aan de verschillende soorten bouwwerken.
  • bijzondere bepalingen
    In dit onderdeel wordt verwezen naar de flexibiliteitsbepalingen die van toepassing zijn (nadere eisen, vrijstelling dan wel wijziging) aan bod. De bijzondere bepalingen zijn niet in de artikelen van de bestemmingsvoorschriften opgenomen. Op deze wijze wordt aangegeven dat het stellen van nadere eisen en het verlenen van vrijstellingen en wijzigingen alleen in bijzondere situaties plaatsvindt.

BESTEMMINGEN:

Woondoeleinden -W-
De woningen die niet in het centrumgebied zijn gelegen, hebben de bestemming 'Woondoeleinden -W-'.
In de regeling voor woningen is een onderscheid gemaakt in verschillende type woningen. De volgende woningtypes worden onderscheiden:

  • vrijstaande woning (v);
  • halfvrijstaande woning (hv);
  • geschakelde woningen (g);
  • aaneengesloten woning (a);
  • appartementen (ap).

Gezien het beperkt aantal woningen dat de gemeente Landerd mag bouwen, is het niet wenselijk dat de bestem-mingsplanvoorschriften zondermeer ruimte biedt om het aantal woningen uit te breiden. Daarom is in de voorschriften een zodanige regeling opgenomen, dat het aantal woningen niet kan toenemen zonder eerst vrijstelling te verlenen.

Woondoeleinden -W1-
Een deel van de uitbreidingswijk Molengraaf III heeft een aparte woonbestemming gekregen. Hiervoor is gekozen vanwege de afwijkende en specifieke stedenbouwkundige uitgangspunten die gelden voor de zogenaamde Ruimte-voor-Ruimte (RvR) woningen.

Tuin- en bouwzones
Op de plankaart zijn een aantal zones aangeven. Per zone is in de voorschriften aangegeven welke bebouwingsbepalingen van toepassing zijn. We onderscheiden de volgende zones: tuinzone 1, tuinzone 2 en bouwzone 1.
In de op de plankaart aangeduide tuinzones mogen in beginsel uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd. Tuinzone 2 wijkt van dit beginsel af doordat in deze zone het mogelijk is om én berging of (vergunningplichtige) carport per woonperceel te bouwen.
Het resterende deel van het woonperceel is nader aangeduid met bouwzone 1. Binnen deze zone kan het hoofdgebouw (de woning), bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd. Voor sommige diepe percelen is een tuinzone 1 opgenomen (ongeveer vanaf 50 meter diepte van bouwzone 1). Binnen deze zone zijn géén gebouwen toegestaan, wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De zones wijken op de plankaart in visueel opzicht van elkaar af, waardoor het voor de burger in één oogopslag duidelijk wordt waar wel en waar niet gebouwen mogen worden neergezet.

Woningen dienen te voldoen aan diverse andere maatvoering- en situeringeisen, De te hanteren eisen zijn afhankelijk gesteld van het type woning en (waar mogelijk) opgenomen in een tabel in de voorschriften.

In het bestemmingsplan is een overzichtelijke regeling met betrekking tot bijgebouwen (aan- en uitbouwen, bijgebouwen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, opgenomen, die inhoudelijk zo veel mogelijk rekening houdt met de reeds bestaande regeling voor bijgebouwen. Ook deze bouwregels zijn zo veel mogelijk in een tabel opgenomen.
Op de plankaart is door middel van de aanduiding (gb) aangegeven waar uitsluitend binnen de woonbestemming garageboxen toegestaan zijn.

De regeling met betrekking tot aan huis gebonden beroepen en bedrijven luidt als volgt:

  • uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten worden direct toegestaan in woningen en/of bijgebouwen, tot ten hoogste 40% van het oppervlak van hoofd- en bijgebouwen, tot aan maximum van 45 m²;
  • uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan na het verlenen van een vrijstelling. Naast het beperken van de oppervlakte (maximaal 45 m²) zal de op te nemen regeling ook voorzien in het tegengaan van mogelijke overlast op de omgeving en het tegengaan van de vestiging van detailhandel.

Het bewonen van aan woningen gebouwde bijgebouwen is mogelijk, mits er geen zelfstandige woning ontstaat. Bewoning van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan, aangezien in een dergelijke situatie meer risico bestaat voor het ontstaan een zelfstandige woning. Bewoning is wel toegestaan, na toepassing van de vrijstellingsbepaling, in het kader van de mantelzorg.

Binnen op de plankaart aangegeven zones (differentiatievlak kleinschalige bedrijfsactiviteiten) zijn bedrijfsactiviteiten toelaatbaar die niet passen binnen de aan-huis-gebonden bedrijfsmatige activiteiten. Het betreffen zogenaamde woon-werk combinaties. Het nader aangegeven woningtype (b) is bestemd als woonvorm voor bijzondere doelgroepen met daarbij behorende en direct verbonden maatschappelijke voorzieningen en functies. Het nader aangegeven woningtype (ww) is bestemd voor woonwagens met daarbij behorend erf en bijgebouwen.

Woongebied -WG-
Het andere gedeelte van de woonwijk Molengraaf III heeft een algemene woonbestemming gekregen. Dit omdat ter plaatse nog niet exact bekend is op welke plek, welk type woningen gebouwd zullen gaan worden. In de doeleindenomschrijving is een specificatie en omschrijving van de bestemming opgenomen. In hoofdzaak gaat het daarbij om woonvoorzieningen met de daarbij behorende voorzieningen en bouwwerken. Voor de bouw- en gebruiksbepalingen is zoveel mogelijk aangesloten op de bepalingen in de bestemming 'Woondoeleinden -W-' en voor wat betreft de bijgebouwen op de bepalingen in de bestemming 'Woondoeleinden 1 -W1-'.

Centrumdoeleinden -C-
Het daadwerkelijke centrum van Schaijk is bestemd als 'Centrumdoeleinden -C-'. Dit gebied is primair bedoeld voor de bundeling van voorzieningen. Binnen deze bestemming zijn verschillende functies toegestaan, zoals detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke voorzieningen en wonen. De dienstverlening dient bij voorkeur in rechtstreeks contact met het publiek plaats te vinden. Vestiging van zelfstandige kantoren (met name zakelijke dienstverlening) dient zo veel mogelijk te worden voorkomen en is daarom uitsluitend daar toegestaan waar zij reeds bestaat (door middel van aanduiding op de plankaart). De bestemming biedt aldus mogelijkheden voor functieverandering.
Gebouwen mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak, waarbij voor zowel hoofdgebouwen als bijgebouwen situeringeisen en maatvoeringeisen zijn opgenomen. Voor hoofdgebouwen is daarbij een maximale diepte van 13 m¹ geregeld.

Gemengde doeleinden -GD-
Evenals in de bestemming 'Centrumdoeleinden -C-' zijn in de bestemming 'Gemengde doeleinden' meerdere functies toegestaan. Echter, de mogelijkheden voor functieverandering zijn beperkter. De reden daarvan is dat de bestemming 'Gemengde doeleinden' geldt voor delen van het lint waar sprake is van niet-woonfuncties (op de begane grond). Binnen deze gebieden is de vestiging van verschillende voorzieningen mogelijk, zoals dienstverlening en lichte bedrijvigheid. Bestaande winkel- en horecabedrijven binnen de bestemming 'Gemengde doeleinden -GD-' zijn specifiek aangeduid. Nieuwe winkels en horeca is niet toegestaan. Hiermee wordt voorkomen dat de gronden die als zijn bestemd 'Gemengde doeleinden -GD-' concurrerend worden voor de centrumgebieden.
Gebouwen mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak, waarbij voor zowel hoofdgebouwen als bijgebouwen situeringeisen en maatvoeringeisen zijn opgenomen.

Bedrijfsdoeleinden -B-
Bedrijven die niet kunnen worden aangemerkt als een aan huis gebonden bedrijf, hebben de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden'. Deze bestemming maakt de vestiging en uitbreiding van bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 zonder meer mogelijk. Bedrijven in milieucategorie 3 of hoger mogen zich niet nieuw vestigen. Bestaande bedrijven in milieucategorie 3 zijn specifiek bestemd. Op de plankaart is een perifere detailhandelsbedrijf specifiek aangeduid.

Bij veel bedrijven is een (inpandige) bedrijfswoning aanwezig. Om te voorkomen dat, bijvoorbeeld bij beëindiging van het bedrijf, alle bedrijfsgebouwen in gebruik worden genomen als én of meerdere woningen, is het wenselijk om de maximale omvang van de woning en het aantal woningen te reguleren. Verder betekent dit dat in het bestemmingsplan alleen rekening is gehouden met de reeds bestaande bedrijfswoningen. Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegelaten.
De bouwregeling is uitgesplitst naar bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoningen.

Detailhandel -DH-
Reeds gevestigde winkels buiten de bestemming 'Centrumdoeleinden -C-' zijn bestemd als 'Detailhandel -DH-'. Deze winkels krijgen een zodanige uitbreidingsmogelijkheid dat er ruimte is om binnen de planperiode te kunnen functioneren. Omvangrijke uitbreidingen van deze winkelbedrijven zullen dus niet worden toegestaan.

Dienstverlening -DV-
Publieksgerichte dienstverlening (persoonlijke dienstverlening) buiten de bestemmingen 'Centrumdoeleinden -C-' en 'Gemengde doeleinden -GD-' is bestemd als 'Dienstverlening -DV-'.

Kantoordoeleinden -K-
Niet-publieksgerichte (administratieve) dienstverlening buiten 'Centrumdoeleinden -C-' en 'Gemengde doeleinden -GD-', is bestemd als 'Kantoordoeleinden -K-. Reden van het onderscheid van de bestemming 'Dienstverlening -DV-' is dat administratieve dienstverlening in ruimtelijk opzicht een andere uitstraling heeft dan persoonlijke dienstverlening vanwege de publieksaantrekkende werking. Grootschalige uitbreiding wordt ook bij deze bedrijven niet mogelijk gemaakt, omdat dergelijke voorzieningen niet in het centrumgebied van Schaijk thuishoren.

Horecadoeleinden -H-
Solitaire horecabedrijven die buiten de bestemming 'Centrumdoeleinden -C-' en 'Gemengde doeleinden -GD-' vallen, zijn bestemd als 'Horecadoeleinden -H-'. Het gaat om horeca, categorie 1 en categorie 3-bedrijven. Net als bij de andere bestemmingen voor solitair gevestigde bedrijven geldt voor deze bestemming dat grootschalige uitbreidingen van deze bedrijven niet worden toegestaan.

Maatschappelijke doeleinden -M-
De gronden in de kernen waarop bestaande grootschalige maatschappelijke voorzieningen zijn gevestigd, hebben de bestemming 'Maatschappelijke doeleinden -M-'. Bepaalde voorzieningen zijn door middel van een aanduiding specifiek aangeduid. Het gaat om de kerk (k), de brandweerkazerne (ob), de begraafplaats (uv), de zendmast (z), de school (o) en een muziekkiosk (m). Deze voorzieningen zullen mogelijkheden krijgen om in beperkte mate uit te breiden. Omvangrijke uitbreidingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt.

Recreatieve doeleinden -RD-
Het fitnesscentrum heeft de bestemming 'Recreatieve doeleinden -RD-', bedoeld voor vrijetijdsbesteding en sportieve recreatie.

Sportdoeleinden -S-
De sportterreinen hebben de bestemming 'Sportdoeleinden -S-'. Binnen deze bestemming is een bouwvlak op de plankaart opgenomen dat volledig mag worden bebouwd met gebouwen. De maximale goothoogte en bouwhoogte staan daarbij per bouwvlak op de plankaart aangegeven.

Agrarische doeleinden -A-
Landbouwgronden en weilanden binnen het plangebied hebben de bestemming 'Agrarische doeleinden A-' meegekregen. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten passend bij de doeleinden.

Groenvoorzieningen -G-
De groengebieden worden als 'Groenvoorzieningen -G-' bestemd. Het doel hiervan is om deze groengebieden te behouden. In ieder zal worden voorkomen dat binnen deze bestemmingen verhardingen mogen worden aangelegd, bijvoorbeeld voor parkeervoorzieningen.

Water -WA-
Waterpartijen van enige omvang en watergangen gelegen binnen het plangebied zijn bestemd als 'Water -WA-'. Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de doeleinden toegestaan (vb. kunstwerken).

Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-
De functie van het tot verkeer- en verblijf bestemde gebied richt zich met name op de verblijfsfunctie en in mindere mate op de verkeersfunctie. De inrichting van de verblijfsgebieden is dan ook sterk op verblijf gericht. In feite komt het er op neer dat 30 km/uur-wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en ondergeschikte groenvoorzieningen (zoals bermen) bestemd worden als 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-'. Het is mogelijk om kleine voorzieningen van algemeen nut binnen deze bestemming te realiseren.

Verkeersdoeleinden -V-
In tegenstelling tot de bestemming 'Verkeers- en Verblijfsdoeleinden -VV-' hebben de als 'Verkeersdoeleinden -V-' bestemde wegen en straten een stroomfunctie: zij dienen vooral voor een vlotte en veilige verkeersafwikkeling. Dit komt in de voorschriften tot uitdrukking door voorzieningen die de afwikkeling van het verkeer zouden kunnen belemmeren uit deze bestemming te weren.

Nutsdoeleinden -ND-
De in het plangebied gelegen gebouwen (van enige omvang) van algemeen nut zijn bestemd tot 'Nutsdoeleinden -ND-. Het is verboden de gronden te gebruiken voor de opslag en verkoop van motorbrandstoffen.

Uit te werken gebied -UG-
Nabij de Bossestraat is een nader uit te werken gebied aangegeven. Aan de hand van de opgenomen uitwerkingsregels kunnen burgemeester en wethouders dit gebied nader uitwerken in overeenstemming met de geformuleerde ruimtelijke en functionele uitgangspunten. Het gebied wordt uitgewerkt ten behoeve van de realisatie van de nieuwe openbare school D'n Omgang en verder ingericht worden als groen- en verblijfsgebied.

In het bestemmingsplan is het voorlopig bouwverbod bij de uit te werken bestemming zodanig geformuleerd, dat -zij het onder voorwaarden - al vooruitlopend op de onherroepelijke goedkeuring van het uitwerkingsplan bouwvergunningen kunnen worden verleend.

Uit te werken woongebied -UW-
Gronden (=tuinen) gelegen aan de locatie Bossestraat/De Spil hebben een uit te werken bestemming gekregen ten behoeve van de realisering van 8 vrijstaande woningen. B&W gaan pas over tot uitwerkingen indien concrete bouwplannen voor alle 8 kavels aanwezig zijn.
In het bestemmingsplan is het voorlopig bouwverbod bij de uit te werken bestemming zodanig geformuleerd, dat -zij het onder voorwaarden - al vooruitlopend op de onherroepelijke goedkeuring van het uitwerkingsplan bouwvergunningen kunnen worden verleend.

Hoofdstuk 3: Dubbelbestemmingen
Algemene bepaling inzake dubbelbestemmingen
In dit voorschrift is aangegeven hoe de hoofdbestemming en medebestemming zich hiërarchisch tot elkaar verhouden. De gronden binnen het plangebied hebben een hoofdbestemming maar kunnen tevens een medebestemming hebben. In dat geval gelden in eerste instantie de bepalingen ten aanzien van de medebestemming. De bepalingen met betrekking tot de hoofdbestemming zijn slechts van toepassing voorzover zij niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de medebestemming.

Cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken
Voor het veiligstellen van de in het plangebied gelegen cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken is een dubbelbestemming opgenomen. In de voorschriften is bepaald, dat het verboden is deze bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen, te verbouwen en/of uit te breiden. Van het verbod kan vrijstelling verleend worden onder bepaalde voorwaarden mits de belangen van cultuurhistorisch waardevolle bouwwerk niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en nadat advies is ingewonnen bij de Rijksdienst voor Oudheid (t.a.v. rijksmonumenten), een gemeentelijke monumentencommissie of een vergelijkbare deskundige commissie.

Er is onderscheid gemaakt in:

  • Rijksmonumenten;
  • Cultuurhistorisch waardevol object.

De Rijksmonumenten worden beschermd in de Monumentenwet. Voor de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is een regeling opgenomen waarbij sloop van en verbouwing aan deze objecten aan regels gebonden is.

Beschermingszone watergang
Voor het veiligstellen van de in het plangebied gelegen watergangen zijn stroken van 5 meter ter weerszijden van de op de plankaart aangegeven watergang aangewezen als beschermingszone. In de voorschriften is bepaald, dat op deze gronden slechts gebouwd mag worden na vrijstelling, met uitzondering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de watergang. Voorts is er een aanlegvergunningstelsel van kracht voor bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde dan wel werkzaamheden. De vrijstelling respectievelijk de aanlegvergunning wordt verleend indien de belangen van de leiding niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de watergang.

Hoofdstuk 4: Bijzondere bepalingen
In dit hoofdstuk zijn de flexibiliteitsbepalingen opgenomen. Daarnaast wordt een algemeen toetsingskader opgenomen voor de bijzondere bepalingen en wordt een procedurevoorschrift opgenomen. Het derde hoofdstuk van de voorschriften bevat de volgende bepalingen:

  • Nadere eisen
    Ten aanzien van enkele in de voorschriften genoemde aspecten zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot het stellen van nadere eisen, onder meer ten aanzien van situering en/of maatvoering van bouwwerken. Voor de toepassing van de regeling van nadere eisen geldt een procedurebepaling.
  • Vrijstellingen
    Het betreft:
  1. vrijstellingen die betrekking hebben op een bepaalde bestemming voor die ontwikkelingen die ruimtelijk-functioneel passen in de desbetreffende bestemming, maar waarvan de aard en/of omvang de kwaliteit van het woon- en leefmilieu kunnen aantasten
  2. algemene vrijstelling voor alle bestemmingen. Hierbij gaat het onder meer om het afwijken met ten hoogste 10% van de in de voorschriften opgenomen maatvoerings- en situeringsbepalingen. Voor oppervlakte- en inhoudsmaten geldt gén algemene vrijstelling van 10% aangezien in de directe bouwvoorschriften deze 10% al verdisconteerd is. Ook kan vrijstelling worden verleend ten behoeve van een geringe wijziging in de bouw- en differentiatiegrenzen e.d. en ten behoeve van het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij woningen voor woondoeleinden in het kader van de mantelzorg.

De vrijstellingsprocedure biedt voor burgemeester en wethouders de mogelijkheid tot een afweging van de noodzaak van een dergelijke ontwikkeling ten opzichte van het milieuhygiënisch belang.

  • Wijzigingsbevoegdheid
    In dit artikel zijn enkele algemene en gebiedspecifieke wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Op basis van dit artikel heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid het plan te wijzigen indien daaraan behoefte bestaat. Het gaat hierbij om:
  1. een enigszins andere situering van de bestemmingsgrenzen indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van het plan, met dien verstande dat de verschuiving ten hoogste 5 meter mag bedragen;
  2. aanpassing van de Lijst van bedrijfsactiviteiten in verband met gewijzigde inzichten of technologische verbeteringen;het oprichten van nutsvoorzieningen met een bepaalde omvang;
  3. wijzigingen van bepalingen, waarbij verwezen wordt naar wettelijke regelingen
  4. 'Gebied met wijzigingsbevoegdheid I': gesitueerd op de huidige locatie van de school D'n Omgang (transformatie naar woningbouw).
  • Algemeen toetsingskader
    Het stellen van nadere eisen of het verlenen van een vrijstelling is geen automatisme, maar vergt voor iedere situatie een aparte afweging. Om deze afweging zoveel mogelijk transparant te maken, is een algemeen toetsingskader opgenomen. Voordat een bijzondere bepaling wordt toegepast, dient aan de hand van dit kader bepaald te worden of toepassing verantwoord is.
  • Procedurebepalingen
    Dit artikel beschrijft de procedures die gevolgd moeten worden als een bijzondere bepaling wordt toegepast.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen
De slotbepalingen zijn algemeen van aard en gelden voor alle bestemmingen. De volgende slotbepalingen zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk:

  • Algemene bepalingen over het gebruik van gronden en bouwwerken
    Deze bepalingen vormen het sluitstuk van de bestemmingssystematiek, in die zin dat deze bepalingen alle gebruik van gronden en opstallen verbiedt dat strijdig is met de aan de grond gegeven bestemming.
  • Overgangsrecht
    Bouwwerken welke op het moment van terinzagelegging van het plan bestaan (of waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd) mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de voorschriften op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd worden;
  • Strafrechtelijke bepaling
    Sommige voorschriften zijn als verbod opgesteld. Overtreding van deze voorschriften wordt aangemerkt als een strafbaar feit, waarbij de strafbedreiging geschiedt in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
  • Slotbepaling
    Deze bepaling geeft aan op welke manier de voorschriften kunnen worden aangehaald.