Waterbeheersplan 2001-2004
Het Waterbeheersplan is een nadere uitwerking van het provinciale Waterhuishoudingsplan 1998-2002. De hoofddoelstelling van dit Waterbeheersplan is: "Het ontwikkelen, beheren en
instandhouden van gezonde en veerkrachtige watersystemen, die ruimte bieden aan een
duurzaam gebruik voor mens, dier en plant, waarbij de veiligheid is gewaarborgd".
Voor een duurzame watervoorziening worden een vijftal doelstellingen gehanteerd:
- zorgen voor een duurzame watervoorziening;
- streven naar flexibele en veerkrachtige watersystemen;
- minimaliseren van wateroverlast;
- vergroten van de ecologische en landschappelijke betekenis van water (belevingswaarde);
- optimaliseren van de inspanningen voor de waterbeheerder.
Water Ruimtelijk Gezien
De strategische Verkenning regionale watersystemen "Water Ruimtelijk Gezien" bevat de visie van het waterschap op het ruimtegebruik in de toekomst. De visie geeft aan hoe het ruimtegebruik zou moeten worden om het herstel van duurzame watersystemen te realiseren. Samen met waterkansenkaarten vormt de visie het toetsingskader voor de genoemde ruimtelijke ontwikkelingen in het beheersgebied.
Keur oppervlaktewateren en Keur waterkeringen
De keur is een set van regels met betrekking tot oppervlaktewater of waterkering in beheer van het waterschap. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in gedoogplichten, gebodsbepalingen en verbodsbepalingen. Het grondgebied ter plaatse van een watergang of waterkeringen of direct grenzend daaraan kent een aantal beperkingen. Daarnaast zijn eigenaren en/of gebruikers verplicht een aantal activiteiten en werkzaamheden op hun terrein toe te staan die samenhangen met het beheer en onderhoud van het waterstaatswerk. De waterschapskeuren (Keur oppervlaktewateren en Keur waterkeringen) vormen een aanvulling op hogere regelgeving op landelijk en provinciaal niveau.
In de voorschriften van onderhavig bestemmingsplan is een verwijzing opgenomen naar de Keur oppervlaktewateren van het waterschap, welke van toepassing is op legger- en schouwwatergangen. Op de plankaarten hebben structurele waterpartijen en alle legger- en schouwwatergangen de bestemming 'Water – WA' gekregen, waarmee planologische bescherming van het water gewaarborgd is.
StructuurvisiePlus
Het ruimtelijk functioneel beleid van de gemeente Landerd is uiteengezet in de StuctuurvisiePlus (2003). Het centrale streven is dat ontwikkelingen zoveel mogelijk leiden tot een kwaliteitsimpuls voor de omgeving. Nieuwe ontwikkelingen moeten recht doen aan bestaande kwaliteiten door deze te ontzien, dan wel een zodanig inpassing in zich hebben dat er sprake blijft van een kwaliteitsbeeld, dan wel dat een ongewenste situatie verbetert.
De ruimtelijke opgave voor de kern Schaijk is het inzetten op het verhogen van de woon-, leef-, en verblijfskwaliteit in de kern en het handhaven van de dorpse uitstraling. De StructuurvisiePlus kiest dan ook voor een kwaliteitsverhoging van het entreegebied en het veiligstellen van de open uitstraling rondom 'Akkerwinde'. In dit gebied liggen inbreidingsmogelijkheden voor een integrale ontwikkeling van woningbouw en groen, waardoor tevens het bedrijventerrein De Louwstraat aantrekkelijk ingepast wordt.
De invulling van de volgende locaties wordt meegenomen in dit bestemmingsplan:
- Nieuwe locatie van de school D'n Omgang (Bossestraat) – uit te werken gebied;
- Locatie Bossestraat/ De Spil– uit te werken woongebied;
- Locatie Imkerstraat (huidige locatie school D'n Omgang) - gebied met wijzigingsbevoegdheid I;
- Locatie Schutsboomstraat 74a (De Eenhoorn) – beschouwd als bestaand bebouwd gebied;Molengraaf III;
- Muziekkiosk in verblijfsgebied.
Enkele van bovenstaande ontwikkelingen zijn dermate concreet of reeds in procedure gebracht dat de plannen juridisch-planologisch vertaald kunnen worden. Voor de ontwikkeling van de locaties van de huidige school D'n Omgang, hoek Runstraat 44/ Molengraaf, Burgemeester de Grootstraat 1a en de ontwikkeling van de locatie Schutsboomstraat 42 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Ontwikkeling van de nieuwe locatie voor D'n Omgang en de locatie Bossestraat/ de Spil is mogelijk via een uitwerkingsbevoegdheid. De uitwerking van de ontwikkeling op de locatie Fixet aan de Hoekstraat is nog onvoldoende concreet om in dit bestemmingplan als gebied met wijzigingsbevoegdheid dan wel als uit te werken gebied op te nemen.
Woonbeleid
De dorpen van Landerd bieden een aantrekkelijk woonmilieu: gelegen in een landelijke omgeving met bos- en natuurgebieden, met het brede voorzieningenpakket van Oss en Uden op korte afstand. De woningbouwtaakstelling voor de kern Schaijk is beperkt tot het voorzien in de eigen woningbehoefte. Teneinde te kunnen voorzien in de eigen woningbehoefte zullen er in de gemeente Landerd de komende tien jaar rond de 530 woningen bijgebouwd moeten worden. Circa 46% van de woningbouwbehoefte is afkomstig uit de kern Schaijk.
Het volkshuisvestingsonderzoek geeft aan dat door demografische verschuivingen, inkomensontwikkelingen en veranderingen in woonvoorkeuren de komende jaren ook kwalitatieve veranderingen nodig zijn in de Landerdse woningvoorraad. Onder andere:
- Zowel in de koop- als de huursector zullen woningen toegevoegd moeten worden.
- De huidige koop/ huurverhouding in de woningvoorraad dient in de toekomst ongeveer gehandhaafd te blijven.
- De woningbehoefte van kleine huishoudens van 35 tot 54 jaar en van 55+ers neemt toe: de laatste in sterke mate.
- Zowel in de huur- als in de koopsector zal in belangrijke mate aandacht besteed moeten worden aan de gevolgen van vergrijzing.
- In de huursector is geen behoefte meer aan uitbreiding van het aantal eengezinswoningen. In de koopsector is die behoefte er nog wel.
- Aan de toekomstige behoefte aan seniorenwoningen kan naast uitbreiding van de woningvoorraad gedacht worden aan vervangende nieuwbouw en woningaanpassing.
- Ondanks de demografische trend die een terugloop van het aantal jongere huishoudens te zien geeft is er thans een grote vraag naar woningen van starters. Dit is niet zozeer het gevolg van de omvang van deze groep alswel van het gebrek aan doorstroming en van de hoge koopprijzen.
De beleidsvisie Wonen Landerd 2000 - 2005– van de Woonmaatschappij Maasland kent soortgelijke uitkomsten als die van het gemeentelijke volkshuisvestingsonderzoek.
Woningbouwprogramma
De provincie Noord-Brabant geeft aan met hoeveel woningen de woningvoorraad van de Brabantse gemeenten mag toenemen. In de periode 2002-2010 mogen er in de gemeente Landerd gemiddeld 53 woningen per jaar aan de woningvoorraad worden toegevoegd.
In de Notitie Volkshuisvestingsbeleid is op basis van bovenstaande contingentering een gemeentelijk programma opgenomen. Dit woningbouwprogramma voorziet in Schaijk ruimte voor 48 woningen in Molengraaf III (15 koop, 9 starters-koop, 6 huur en 18 vrije bouwkavels). Op basis van dit bestemmingsplan kunnen op de locatie Molengraaf III verschillende typen woningen gebouwd worden. Deze diversiteit aan woningtypen zou voor een deel kunnen voorzien in de behoefte van de verschillende doelgroepen.
Een aantal locaties is nog in studie. Voor deze plekken is de invulling nog onvoldoende concreet. In het bouwprogramma zijn indicatieve aantallen voor deze locaties opgenomen. Zodra de plannen meer concreet worden en door Burgemeester en Wethouders zijn besproken, zullen de aantallen in het bouwprogramma (in principe) opgenomen worden.
Bovenop het door de provincie aangegeven contingent heeft de gemeente circa 70 extra te bouwen woningen in haar woningbouwprogramma opgenomen''''''. Dit betreft woningen voor bepaalde doelgroepen (starters, senioren en verstandelijk gehandicapten). De 9 woonunits op het perceel Schutsboomstraat 74a welke in onderhavig plan zijn opgenomen, zijn in dit kader door Gedeputeerde Staten gehonoreerd. Onder voorbehoud van overleg met het planteam is een toezegging gedaan voor het oprichten van 5 starterswoningen boven het contingent aan de Imkerstraat (locatie D'n Omgang).
In het kader van de Ruimte-voor-Ruimte regeling mogen 17 kavels in Molengraaf III gebouwd worden.
Op basis van de provinciale prognose in combinatie met de extra te bouwen woningen kan ruim voldoende aan deze behoefte invulling gegeven worden.
Daar waar ontwikkelingen in het woningbouwprogramma zijn opgenomen en er daarbij de concrete planvorming is ingezet, zijn de te realiseren woningen in onderhavig bestemmingsplan meegenomen. Dit is het geval bij de locatie Molengraaf III (incl. Ruimte-voor-ruimte kavels). Daar waar de ontwikkelingen onvoldoende concreet zijn en nog slechts indicatief in het woningbouwprogramma zijn opgenomen, is de ontwikkeling niet of niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Dit is het geval bij de locatie D'n Omgang aan de Imkerstraat en de locatie Bossestraat/ de Spil (geregeld via een uitwerkingsbevoegdheid). Over de invulling van de Ruimte-voor-Ruimte woningen aan de Pastoor van Winkelstraat en de Zandstraat is nog onvoldoende duidelijkheid om deze in onderhavig bestemmingsplan op te nemen.
Voor het beheergebied geldt dat alle bestaande woningen zijn opgenomen. Daarbij is onderscheid gemaakt in verschillende woningtypen vanwege de specifieke bebouwingsvorm en regelingen met betrekking tot bouwen in de (zijdelingse) perceelsgrenzen. Om ongewenste verschillen in bouwmogelijkheden van percelen te voorkomen is een eenduidige regeling opgenomen voor de aan-, uit- en bijgebouwen. Daarnaast bestaan er mogelijkheden om de woning aan te passen en is een regeling opgenomen voor het uitoefenen van bedrijvigheid en beroepen aan huis.
Bedrijvenbeleid
De gemeenschap van Landerd is ondernemend. Dat uit zich in een relatief sterke groeiende werkgelegenheid en een daarmee gepaard gaande wens om deze groei mogelijk te maken. De gemeente ziet de ondernemerszin als een kwaliteit van de samenleving en wil dan ook, nadrukkelijk passend binnen het profiel en de duurzame structuren, de mogelijkheid bieden om deze kwaliteiten te behouden en te versterken. Dit gemeentelijk beleid luidt:
- Het stimuleren van de regionale opvang van Landerdse bedrijven die (door de aard van de bedrijfsactiviteiten) niet (meer) bij de maat en schaal van de gemeente passen;
- Het streven naar een intensivering en optimalisering van bestaand ruimtegebruik op de bedrijventerreinen Voederheil, De Louwstraat en De Roskam;
- De revitalisering en kwalitatieve afronding van bestaande bedrijventerreinen om zo tot ruimtewinst en kwaliteitsverbetering van de terreinen te komen.
- Het reserveren van ruimte voor een bedrijventerrein bij Zeeland waar dat past en het ontwikkelen van het MOB-complex Schaijk tot een bedrijfsterrein met een specifiek groen karakter waarbij gebruik gemaakt wordt van de bestaande gebouwen en infrastructuur. Als doelgroep wordt gedacht aan startende ondernemers.
Om het bestaand ruimtegebruik te intensiveren en te optimaliseren wil de gemeente daar waar (planologisch en ruimtelijk) mogelijk het bebouwingspercentage verruimen, het verhogen van de toegestane goothoogte en het verdiept aanleggen van bedrijfsbebouwing. In het kader van de revitalisering wil de gemeente Landerd, overeenkomstig de StructuurvisiePlus, voor het gebied Hoekstraat gericht inzetten op herprofilering naar bedrijvigheid die beter past op de desbetreffende locatie binnen de bebouwde kom. Het gaat dan veelal om bedrijvigheid die gekenmerkt wordt door kleinschaligheid, lokale oriëntatie, lage milieucategorieën, weinig (vracht)verkeerbewegingen en een combinatie met een woonfunctie. Uitbreiden van het aantal grootschalige detailhandelsvestigingen of de vestiging van een supermarkt in dit gebied is niet wenselijk.
De gemeente Landerd heeft het beleid om ook bedrijvigheid toe te staan binnen de kernen. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat dit verenigbaar is met de woonfunctie. Het zal duidelijk zijn dat alleen bedrijven uit een lage milieucategorie (1 en 2) en gericht op de lokale markt hiermee in overeenstemming zijn.
Detailhandelbeleid
Het gemeentelijke detailhandelbeleid voor de kern van Schaijk streeft naar een concentratie van de openbare voorzieningen (waaronder met name detailhandel). Hierbij wordt de beleidslijn aangehouden geformuleerd in de rapportage 'Detailhandelstructuur Schaijk' (1991). Concentratie van voorzieningen zorgt voor hogere omzetten, een optimaal gebruik van de aanwezig parkeerplaatsen, het versterkt de positie van het centrum van Schaijk als ontmoetingsruimte, en de herkenbaarheid van Schaijk in het algemeen. Daarnaast optimaliseert een geconcentreerd voorzieningenpakket het beheer van de openbare ruimte en de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van de kern.
Het centrumgebied is gelegen vanaf Runstraat nr.25, tot en met Schutsboomstraat nr. 26 en de Pastoor van Winkelstraat tot en met nr. 28. Het bezit twee centrale ruimten met de kruising van de Pastoor van Winkelstraat met de Runstraat-Schutsboomstraat en het Europaplein. Binnen dit gebied wordt een bestemmingsregeling getroffen waarbinnen flexibiliteit bestaat voor functionele en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van nieuwe en bestaande winkels en publieksgerichte-dienstverlening.
Buiten het centrumgebied gelegen detailhandels- en commerciële functies worden positief, maar specifiek bestemd. Om tot een duidelijke concentratie van openbare voorzieningen te komen worden de ontwikkelingsmogelijkheden hier beperkt. Er wordt de mogelijkheid geboden om de functies om te zetten naar een woonfunctie (mits passend in het provinciaal contingent). Hiermee wordt een versnippering van centrumfuncties tegengegaan en de gedachte van een centrumgebied aangescherpt.
Verkeer-, vervoers en parkeerbeleid
De aanleg van de A50 (Oss - Eindhoven) zorgt voor een marginale verandering in de verkeersstructuur binnen de gemeente Landerd. Het zorgt voor een vermindering van de verkeersintensiteiten op de gemeentelijke en provinciale wegen, doordat veel doorgaand verkeer verdwijnt. Hierdoor zal de barrièrewerking van de wegen afnemen, de geluidsoverlast minder zijn en de functie van de wegen voor het lokale verkeer en het langzaam verkeer toenemen. Dit brengt verschillende ontwikkelingskansen mee.
Horecabeleid
Het horecabeleid neemt binnen de gemeente Landerd een belangrijke plaats in, voornamelijk door de concentratie van grootschalige horecavoorzieningen in de kern Zeeland. Het gemeentelijk beleid voor de kern Schaijk is dat alle horecavoorzieningen worden gerespecteerd, maar dat ongewenste horecatypen kunnen worden geweerd. Deze beleidslijn is middels een specifieke regeling in onderhavig bestemmingsplan opgenomen.
Toeristisch-recreatief beleid
Toerisme en recreatie is een belangrijke economische pijler binnen Landerd. De gemeente streeft ernaar om zich sterker te profileren op toeristisch recreatief gebied, door de kwaliteit van de bestaande voorzieningen te verbeteren. Om dit te bereiken is een toeristisch-recreatieve visie op gesteld. Enkele aandachtspunten daarin zijn:
- Het completeren van ontbrekende schakels in fiets- en wandelroutes;
- Versterken van ondersteunende voorzieningen;
- Verhogen van de verblijfskwaliteit in de kernen;
- Verhogen van de kwaliteit en verkeersveiligheid van routes ook door de kernen (onder ander door het autoluw maken van routes).
Met name aan het aandachtspunt 'het versterken van de ondersteunende voorzieningen' is door het implementeren van opgenomen regeling met betrekking tot de vestiging van verschillende soorten horeca in het centrumgebied van Schaijk aandacht besteed.
Welstandsbeleid
Met de komst van de nieuwe Woningwet dient de toetsing aan welstand objectiever plaats te vinden. Daartoe dient een gemeente een welstandsnota te bezitten. Deze biedt het kader voor de toetsing van een bouwaanvraag aan redelijke eisen van welstand. In de nota worden criteria benoemd die eraan bijdragen dat de toekomstige bebouwing past in de omgeving. De criteria worden onder andere geformuleerd vanuit een visie op de toekomst van het gebied en vanuit een beeld van de aanwezige waarden. Aspecten die aan de orde kunnen komen betreffen zowel niet-ruimtelijk relevante aspecten zoals kleur en materiaalgebruik, als ruimtelijk relevante aspecten zoals hoogte, omvang en situering van de gebouwen. Er is dus een nauwe relatie met het bestemmingsplan. De ruimtelijk relevante aspecten worden –wanneer wenselijk en noodzakelijk- vertaald in de (bouw)voorschriften van het bestemmingsplan. Voor niet-ruimtelijk relevante aspecten is deze vertaling niet mogelijk. Welstand-kwalitatieve eisen (bijvoorbeeld het materiaalgebruik ten opzichte van de naastgelegen woning) kunnen worden gesteld, terwijl het bestemmingsplan alleen kwantitatieve eisen stelt, bijvoorbeeld maximale nok- en goothoogte. Het welstandsbeleid en bestemmingsplan liggen dus in elkaars verlengde en vullen elkaar aan.
Een bouwaanvraag wordt zowel getoetst aan redelijke eisen van welstand als aan de bouwvoorschriften zoals opgenomen in het bestemmingsplan. Wanneer er sprake is van een verschil tussen hetgeen in een bestemmingsplan geregeld is, bijvoorbeeld ten aanzien van de bouwhoogte, en in de welstandsnota hierover opgenomen is, dan blijven bij toetsing van een bouwaanvraag de welstandscriteria buiten toepassing. Het bestemmingsplan heeft hier formeel juridisch 'het laatste woord'. Het is dus van belang om de inhoud van een bestemmingsplan en de inhoud van een welstandsnota op elkaar af te stemmen.
De gemeente Landerd heeft voor haar grondgebied een welstandsnota opgesteld (vastgesteld d.d. 7 juni 2004). In onderhavig bestemmingsplan is hierop geanticipeerd.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |