Nota Ruimte
In de 'Nota Ruimte' (april 2004 door de ministerraad behandeld) zijn deel 3 van de Vijfde Nota en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte geïntegreerd. Algemene uitgangspunten van de Nota Ruimte zijn: ontwikkelingsplanologie, decentralisatie, deregulering en uitvoeringsgerichtheid. Ook de internationale context is van belang.
Centraal element in het rijksbeleid is dat de maatschappij zich ontwikkeld tot een netwerksamenleving en een netwerkeconomie. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Meer specifiek streeft het Rijk vier beleidsdoelen na:
- naar versterking van de concurrentiepositie van Nederland;
- bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
- borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en
- borging van de veiligheid.
Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd, met tegen de achtergrond de algemene wens om de economische, ecologische en sociaal-culturele waarden van de ruimte te versterken en duurzaam te ontwikkelen. Van duurzame ruimtelijke ontwikkeling is in de ogen van het Rijk sprake als aan elk van deze waarden gelijkwaardig en in onderlinge samenhang recht wordt gedaan en daarmee de aantrekkelijkheid van de ruimte voor bewoners, bezoekers en ondernemers toeneemt.
Het ruimtelijke beleid moet ervoor zorgen dat de verhouding tussen bouwen in stedelijke gebieden en in landelijke gebieden in balans blijft. Een precieze invulling van deze balans kan volgens het rijk het beste plaatsvinden door de provincie, de gemeenten hebben het voortouw bij het bepalen van het precieze aantal woningen. Bundeling van verstedelijking (wonen, werken en voorzieningen) staat nog steeds voorop, echter geconstateerd wordt dat er zowel vraag is naar centrumstedelijke milieus, groenstedelijke milieus en naar meer ruimte in en om de woning. Voorkomen moet daarnaast worden dat de landelijke gebieden leeglopen doordat te beperkte ontwikkelingsruimte wordt geboden. Streven is een multifunctioneel en vitaal platteland.
Onderhavig bestemmingsplan 'Kom Schaijk' is een beheersplan. Een beheersplan beoogt de bestaande situatie vast te leggen, wat een adequate handhaving vergemakkelijkt. Ook te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen binnen de bebouwde kom van Schaijk zijn in het plan voorzien. De aandacht voor handhaving en het creëren van de mogelijkheid van intensivering binnen de bebouwde kom, maken dat het bestemmingplan conform het ruimtelijk rijksbeleid is.
Vierde Nota Waterhuishouding
De 'Vierde Nota Waterhuishouding' (Ministerie V&W, september 1997) beschrijft de hoofdlijnen van het rijksbeleid voor de waterhuishouding. Hoofddoelstelling van het beleid is "het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd". Voor de verschillende watersystemen, zoals stedelijk waterbeheer, is specifiek beleid ontwikkeld. Verder wordt nadere aandacht geschonken aan enkele onderwerpen, zogenaamde thema's, waaronder terugdringen van verdroging, reductie van emissies van diffusie bronnen en waterbodemsanering. In onderhavig bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen waarin is aangeven hoe in beheersituaties wordt omgegaan met de verschillende wateraspecten.
Streekplan Noord-Brabant
Het streekplan 'Brabant in Balans' (2002)' heeft als hoofddoel zorgvuldiger omgaan met de Brabantse ruimte. De provincie streeft ernaar om de economische, ecologische en sociaal-culturele kwaliteiten meer met elkaar in balans te brengen, zodat het voor iedereen prettig wonen, werken en recreëren is in Noord-Brabant.
Om het hoofddoel te bereiken heeft de provincie vijf leidende principes geformuleerd voor het ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020:
- meer aandacht voor de onderste lagen: het watersysteem, de bodemtypologie, de geomorfologie en de infrastructuur;
- zuinig ruimtegebruik;
- concentratie van verstedelijking: inbreiden, herstructureren en intensiveren;
- zonering van het buitengebied;
- grensoverschrijdend denken en handelen.
De provincie Noord-Brabant maakt onderscheid tussen stedelijk en landelijke regio's. Verstedelijkingsopgaven met een sterk bovenregionaal karakter worden geaccommodeerd in de stedelijke regio's. In de landelijke regio's mag gebouwd worden volgens migratiesaldo nul. De kern Schaijk is gelegen in de landelijk regio Maashorst.
Onderhavig bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast en voorziet in de te verwachten ruimtelijk ontwikkelingen binnen de bebouwde Kom van Schaijk. Omdat ontwikkelingsmogelijkheden op inbreidingslocaties zijn meegenomen draagt dit bestemmingsplan bij aan de hoofdprincipes 2 en 3 van het streekplan. De bouw- en gebruiksbepalingen van de uitbreidingswijk Molengraaf III worden in dit bestemmingsplan juridisch-planologisch verankerd. De ontwikkeling zelf is verantwoord in de ruimtelijke onderbouwing behorende bij de reeds gestarte ZPP-procedure voor dit gebied. In dit bestemmingsplan wordt Molengraaf III derhalve als bestaand stedelijk gebied beschouwd.
Provinciale Verkeers en Vervoersplan (PVVP)
Het verkeers- en vervoersbeleid van de provincie Noord-Brabant staat in het in 1998 vastgestelde Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Noord-Brabant, Mobiel blijven! (Provincie Noord-Brabant, 1998). Uitgangspunt van het PVVP is het voorzien in een verstandige groei van de mobiliteit. In het PVVP wordt een onderscheid gemaakt in een hoofdwegennet en een onderliggend wegennet. Het hoofdwegennet zorgt voor rechtstreekse verbindingen tussen de belangrijkste economische en bestuurlijke centra. Het heeft een zogenaamde stroomfunctie. Het onderliggende wegennet zorgt voor de ontsluiting van het landelijk gebied. Het is, op grond van het concept "duurzaam veilig", opgebouwd uit gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. In onderhavig bestemmingsplan wordt hierop ingehaakt door een tweedeling in de verkeersbestemming op te nemen: verblijfsdoeleinden en verkeersdoeleinden.
De aanleg van de A50 door de gemeente Landerd wordt in het PVVP onderkend als pijplijninfrastructuur. De komst van de A50 zorgt dat Landerd een veel betere bereikbaarheid krijgt ten opzichte van Eindhoven en vormt een alternatief voor het huidige doorgaande verkeer. Het onderliggend wegennet krijgt daardoor meer een lokale functie. In de gemeente Landerd zijn de fietspaden behorende tot het primaire fietsnetwerk als vrijliggende fietspaden gesitueerd langs de N-wegen.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |