Externe veiligheid speelt een steeds belangrijkere rol in de ruimtelijke ordening. Het is dan ook van belang inzicht te krijgen in de objecten en elementen in of nabij het plangebied die de externe veiligheid in het gebied kunnen beïnvloeden. Concreet gaat het om:

• risicoveroorzakende leidingen in en nabij het plangebied;
• andere risico-opleverende transportroutes/wegverkeer over water-, spoor- en/of autowegen;
• risicoveroorzakende inrichtingen zoals LPG-tankstations en bedrijven.

Voor het transport van gevaarlijke stoffen is die risiconormering verwoord in de 'Nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (RNVGS). Bij ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de vastgestelde risiconormeringen ten aanzien van de externe veiligheid.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende regeling Externe Veiligheid inrichtingen zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. Hiermee zijn de risiconormen met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke afvalstoffen wettelijk vastgelegd. Het besluit heeft als doel zowel individuele als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit afstand te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. Tevens beperkt het besluit het totale aantal aanwezige personen in de directe omgeving van een risicovol bedrijf. Gemeente en provincies moeten de normen uit het besluit naleven bij het opstellen en wijzingen van bestemmingsplannen en bij het verlenen van milieuvergunningen.

In het besluit wordt onderscheid gemaakt in bestaande kwetsbare objecten en nieuwe kwetsbare objecten. Voor nieuwe kwetsbare objecten geldt te allen tijde een plaatsgebonden risico van 10-6. Dit wil zeggen dat nieuwe kwetsbare objecten buiten de 10-6 contour van een risicovolle inrichting moeten liggen. Voor bestaande kwetsbare objecten geldt dat uiterlijk binnen 3 jaar na het inwerking treden van het besluit alle kwetsbare objecten buiten de 10-5 contour van een risicovolle inrichting moeten liggen en dat op 1 januari 2010 alle kwetsbare objecten buiten de 10-6 contour van een risicovolle inrichting moeten liggen.

Naast het plaatsgebonden risico kent het besluit ook het groepsrisico. Plaatsgebonden risico is uit te drukken met risicocontouren rondom de risicobron. Bij groepsrisico zijn dergelijke contouren niet mogelijk. Het groepsrisico is niet ruimtelijk weer te geven. Voor het beoordelen van de toelaatbaarheid van een risicovolle inrichting moet de oriënterende waarde worden vastgesteld. De oriënterende waarde is een ijkpunt, het is nadrukkelijk geen norm. De oriënterende waarde wordt uitgedrukt in personendichtheid per hectare. Wanneer de oriënterende waarde wordt overschreden geldt een verantwoordingsplicht van het bevoegd gezag.

Kabels en leidingen
In het plangebied zijn geen kabels of leidingen van het hoofdnutsvoorzieningennet gelegen die een belemmering voor dit bestemmingsplan vormen (zie ook paragraaf 6.6).

Wegverkeer
Door en langs de kern Schaijk zijn geen routes voor gevaarlijke stoffen gesitueerd, noch gepland.

Inrichtingen
Binnen het plangebied zijn enkele inrichtingen met gevaarlijke stoffen gevestigd. Hieronder is een overzicht van deze inrichtingen opgenomen. Bij elke inrichting is aangegeven op welke wijze de inrichting is gezoneerd en hoe met het aanwezige risico wordt omgegaan.

Gashandel Van Schaijk - Burg. De Grootstraat 22
Aan de Burg. De Grootstraat 22 is een gashandel gevestigd. De activiteiten van dit bedrijf bestaan hoofdzakelijk uit het vullen en opslaan van gasflessen (gevuld met o.a. propaan, butaan, acetyleen). Het bedrijf heeft een vergunning voor de opslag van 500 flessen met een totale inhoud van 12.000 liter. Het bedrijf valt onder SBI-code 5151.23 'Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen, tot vloeistof verdichte gassen), waarvoor een milieuzone geldt van 120 meter. Nieuwe ontwikkelingen voor woningbouw zijn binnen de 120-meter-contour niet mogelijk.

Benzinestation met LPG, Udensedreef 2
Net buiten het plangebied is én benzinestation gevestigd waar tevens LPG wordt verkocht. Bepalend voor de aan te houden afstand in meters (plaatsgebonden risico) van een LPG-tankstation tot een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object is de doorzet LPG in m3/jaar. Bij een herziening van een bestemmingsplan is sprake van een nieuwe situatie (zie onderstaande tabel).

Nieuwe situaties: Afstanden in meters tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar, onderscheidenlijk de richtwaarde 10-6 per jaar (plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar):

Type inrichting	Afstand (m) vanaf vulpunt	Afstand (m) vanaf ondergronds reservoir	Afstand (m) vanaf afleverzuil
LPG-tankstation met een doorzet tot 1500 m3/jaar	110	25	15
LPG-tankstation met een doorzet tot 1000 m3/jaar	45	25	15

Bron: Regeling externe veiligheid inrichtingen

De doorzet van LPG van het benzinestation gelegen aan de Udensedreef 2 is < 1.000 m3/jaar. Gemeten vanaf het vulpunt geldt, op basis van het Besluit, een plaatsgebonden risicocontour van 45 meter. De plaatsgebonden risicocontour valt buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.

Voor het groepsrisico geldt een invloedsgebied van 150 meter vanuit het vulpunt, dit is een gebied van 7,07 hectare. Uit de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico volgt dat de personendichtheid 9 personen per hectare mag bedragen wil de oriënterende waarde niet worden overschreden. Dit komt in dit geval neer op 64 personen. Na correctie van de verblijfsduur, uitgaande van woonbestemmingen, betekent dat de oriënterende waarde wordt overschreden indien er meer dan 70 personen in het gebied aanwezig zijn. Opgemerkt wordt dat er binnen het invloedsgebied van het benzinestation ook een brandweerkazerne is gevestigd. In afwijking van de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (concept augustus 2004), is er voor gekozen alleen een verblijfstijdcorrectie voor woonbestemmingen toe te passen (correctiefactor 1,1), omdat, mede gezien de correctiefactor voor een brandweerkazerne (correctiefactor van 2,0) een brandweerkazerne minder kwetsbaar is dan een woonbestemming.

In een cirkel van 150 meter vanuit het vulpunt van het benzinestation zijn 14 woningen en een brandweerkazerne gelegen. Dit geeft op grond van planologische kengetallen een personendichtheid van 34 personen, exclusief de personen die aanwezig zijn in de brandweerkazerne. Geconcludeerd kan worden dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet wordt overschreden. Ook met het oog op de toekomst (nieuwe woningen en de aanwezigheid van de brandweerkazerne) is het niet te verwachten dat er een overschrijding van het groepsrisico plaatsvindt.

Schutsboomstraat 9 (Boerenbond) vuurwerk verkoop
Deze inrichting verkoopt vuurwerk in de periode rondom oud en nieuw. Gedurende deze periode vindt tevens opslag van verpakt consumenten vuurwerk plaats. Op grond van het Vuurwerkbesluit dient gemeten vanaf de (buffer)bewaarplaats in voorwaartse richting tot een kwetsbaar object een veiligheidsafstand van ten minste 8 meter in acht genomen worden. Deze veiligheidsafstand dient bij vaststelling van een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in acht genomen worden.

De bescherming van de in acht te houden afstanden vanaf de vuurwerkopslag tot een kwetsbaar object van de Boerenbond wordt rechtstreeks in het kader van het Vuurwerkbesluit (meldingsplicht) geregeld. De vuurwerkverkoop op de locatie Schutsboomstraat 9 voldoet dus aan het Vuurwerkbesluit.