Toetsingskader	Lid 1.	De toepassing van de wijzigingsbevoegdheden, als bedoeld in dit artikel, worden getoetst aan de toetsingscriteria van artikel 31, voor zover deze van toepassing zijn.
Algemene wijzigings- bevoegdheid	Lid 2.	Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeen-komstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten aanzien van:
		a.	het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 m¹ mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de plankaart;
		b.	een andere situering en/of begrenzing van de bouwpercelen, dan wel bouwvlakken, bouwzones, bouwgrenzen en/of differentiatievlakken/differentiatiegrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat de verschuivingen in verband met de ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel bebouwingsvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
		c.	het oprichten van transformatorgebouwen, gemaalgebouwen en ander nutsgebouwen met een inhoud van ten hoogste 100 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 5 m¹, welke in het kader van de nutsvoorzieningen nodig zijn en welke op grond van het bepaalde in de voorafgaande artikelen niet kunnen worden gebouwd;
		d.	het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, worden gewijzigd.
		e.	het verwijderen van op de plankaart opgenomen milieucirkels na sanering van de bedrijfsactiviteiten die bepalend zijn voor deze milieucirkels;
		f.	de in acht te nemen afstandnormen LPG zoals weergegeven op de plankaart als LPG-cirkel, te wijzigen indien technologiche ontwikkelingen of vernieuwde inzichten aanleiding geven tot nieuwe regelgeving danwel te verwijderen na sanering van de LPG-activiteiten die bepalend zijn voor de LPG-cirkel.
Gebied met wijzigings- bevoegdheid I	Lid 3.	Burgemeester en wethouders kunnen de binnen het op de plankaart aangegeven 'Gebied met wijzigingsbevoegdheid I' opgenomen of voorkomende bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Woondoeleinden –W-' en 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-' onder de navolgende voorwaarden:
		a.	binnen het gebied kan een herstructurering plaatsvinden, in de vorm van:
			(1)	het verbouwen en/of uitbreiden van een bestaand hoofdgebouw;
			(2)	het vervangen van een bestaand hoofdgebouw;
			(3)	het herontwikkelen van één bestaand bouwperceel;
			(4)	het bebouwen van nieuwe bouwpercelen;
		b.	de te realiseren woningen in het gebied dienen te passen in c.q. te zijn afgestemd op de 'meerjarenplanning woningbouw' van de gemeente Landerd;
		c.	toegelaten zijn de volgende woningtypes: vrijstaand, half-vrijstaand, gesloten bebouwing, geschakelde woningen; appartementen/gestapelde woonbebouwing;
		d.	er dient sprake te zijn van een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit; dit betekent dat voor wat betreft de woonbebouwing zoveel mogelijk dient te worden aangesloten bij de bestaande stedenbouwkundige structuur en hoogten, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte ten hoogste 12,5 m¹ mag bedragen;
		e.	gebleken dient te zijn dat er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan tegen de wijziging c.q de bestaande belemmeringen zijn opgeheven, welke bezwaren onder andere kunnen bestaan:
			-	in de gesteldheid van de bodem;
			-	geluidaspect wegverkeerslawaai;
			-	milieuaspecten (externe veiligheid);
		f.	het aantal te realiseren woningen mag maximaal 15 bedragen;
		g.	bij de wijziging in de bestemming 'Woondoeleinden –W-' is het bepaalde in artikel 4 zoveel mogelijk van toepassing;
		h.	bij de wijziging in de bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-' is het bepaalde in artikel 20 zoveel mogelijk van toepassing.
Wijziging bestemming 'Bedrijfsdoeleinden -B-'	Lid 4.	Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wijzigen, in die zin dat:
		a.	de Lijst van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
		b.	de toe te laten bedrijfsactiviteiten op grond van de milieucategorieën mogen worden gewijzigd indien de bedrijfsactiviteiten van de bedrijven genoemd in lid zijn beëindigd of verplaatst, onder de voorwaarden dat de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor bedrijfsdoeleinden overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 1 sub a en sub b;
		c.	de aanduidingen als bedoeld in artikel 8, lid 2, sub a t/m sub e verwijderd mogen worden indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.
Wijziging bestemming 'Groenvoorzieningen -G-'	Lid 5.	Burgemeester en wethouders kunnen de op de plankaart aangegeven bestemming 'Groenvoorzieningen -G-' wijzigen in de bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-' ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen onder de voorwaarde dat bij de wijziging in de bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-' het bepaalde in artikel 20 zoveel mogelijk van toepassing is.
	Lid 6.	Burgemeester en wethouders kunnen de op de plankaart aangegeven bestemming ''Groenvoorzieningen -G-' wijzigen in de bestemming 'Woondoeleinden -W- met nadere aanduiding 'tuinzone' of 'bouwzone 1', indien openbaar groen wordt afgestoten ten behoeve van inrichting en gebruik als tuin bij woonpercelen, onder de voorwaarde dat bij de wijziging in de bestemming 'Woondoeleinden -W-' of de bestemming 'Woondoeleinden 1 –W1-', waarbij het bepaalde in artikel 4 respectievelijk artikel 5 zoveel mogelijk van toepassing is.
Wijziging bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-'	Lid 7.	Burgemeester en wethouders kunnen de op de plankaart aangegeven bestemming ''Verkeers- en verblijfsdoeleinden -VV-' wijzigen in de bestemming 'Woondoeleinden -W- met nadere aanduiding 'tuinzone 1' of 'bouwzone 1', indien openbaar groen wordt afgestoten ten behoeve van inrichting en gebruik als tuin bij woonpercelen, onder de voorwaarde dat bij de wijziging in de bestemming 'Woondoeleinden -W-' of de bestemming 'Woondoeleinden 1 -W1-', waarbij het bepaalde in artikel 4 respectievelijk artikel 5 zoveel mogelijk van toepassing is.
Procedure	Lid 8.	Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden als bedoeld dit artikel zijn de procedurevoorschriften zoals opgenomen in artikel 32, lid 3 van toepassing.