Algemeen
De kwaliteit van zowel de bodem en het (grond)water, zijn van invloed op de kwaliteit van het woon- en leefklimaat. Wanneer er sprake is van verontreiniging kan dit de volksgezondheid negatief beïnvloeden. Op grond van artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is een beoordeling van de haalbaarheid van een plan verplicht. Het bodemonderzoek, en dan met name onderzoek naar de bodemkwaliteit, maakt onderdeel uit van deze afweging. Hierbij wordt gekeken of de kwaliteit van de bodem fysiek, dan wel kwalitatief geschikt is voor een eventuele ontwikkeling. Daar waar maatregelen genomen moeten worden, zoals een sanering, dienen de financieel-economische consequenties hiervan in beeld gebracht worden.
Bodem plangebied
Onderhavig bestemmingsplan beoogt de bestaande situatie vast te leggen. Dit betekent, dat voor bouwactiviteiten binnen een bestaande situatie, de bescherming tegen bouwen op verontreinigde grond wordt gevonden in de Woningwet en het Besluit Indieningsvereisten bouwvergunning. Voor de reeds in procedure zijde ontwikkelingen zoals Molengraaf III geldt dat in het kader van de ZPP-procedure een verkennend bodemonderzoek gedaan is. Molengraaf III wordt in dit bestemmingsplan dan ook behandeld als bestaand stedelijk gebied. Voor de locatie Schutsboomstraat 74a gaat het om een dusdanig beperkte toevoeging van bebouwing dat bodemonderzoek in het kader van de bouwvergunning wordt uitgezet. Daarbij is de huidige locatie geen verdachte locatie, gelet op het huidige gebruik: detailhandel. In het plangebied zijn geen verdere ontwikkelingen rechtstreeks toegestaan. In de vrijstellings- en uitwerkingsbepalingen is milieukwaliteit, waaronder de bodemkwaliteit, als afweging opgenomen.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |